Bremer vraagt om versterkingen Irak
Amerika’s ’stadhouder’ in Irak, Paul Bremer, heeft Washington om versterkingen gevraagd. Volgens sommige bronnen in Washington wil hij ervaren inlichtingendeskundigen, die kunnen helpen om het toenemend aantal aanvallen op Amerikaanse en Britse troepen te bestrijden.
Verder heeft Bremer behoefte aan betrouwbare en ervaren bestuurders om de verwaarloosde en geplunderde infrastructuur van Irak overeind te helpen. Sommige bronnen meldden dat Bremer ook om meer troepen heeft gevraagd om zijn eigen staf en andere civiele diensten beter te beschermen, maar dat werd woensdag ontkend door een woordvoerder van het ministerie van Defensie.
De dagelijkse aanvallen op Amerikaanse troepen worden een gevoelig punt in Washington. De strategen van president Bush, die volgend jaar wil worden herkozen, schilderen hem af als een krachtig leider in tijden van gevaar. Nu er nog steeds Amerikanen sneuvelen in Irak, ook nadat Bush begin mei „het einde der vijandelijkheden” aankondigde, beginnen de vraagtekens te rijzen. Verder is er de kwestie van de onvindbare massavernietigingswapens, die Bush’ belangrijkste argument waren om Irak aan te vallen.
Volgens een opiniepeiling van de Universiteit van Maryland denkt een kleine meerderheid van de Amerikanen dat hun president de beschikbare feiten over die verboden wapensystemen misschien wat erg vrijmoedig heeft geïnterpreteerd om zijn kruistocht tegen Irak politiek te verkopen. „Dit is een zwakke kant van Bush, die hem bij de verkiezingen volgend jaar kan schaden”, zo meent Frank Newport, directeur van het Gallup Instituut, dat eerder deze week constateerde dat de Amerikanen kritischer worden over Bush’ Irak-beleid.
De president zei woensdag dat Amerika voldoende troepen in Irak heeft om een eind te maken aan de dagelijkse aanvallen. „Het gaat hier om mensen -onder wie volgelingen van Saddam Hussein- die denken dat zij ons met hun aanvallen uit Irak kunnen verjagen”, aldus Bush.
Hij benadrukte dat Amerika niet uit Irak vertrekt voordat er een democratisch systeem functioneert en de veiligheid is gegarandeerd. Dit is in de woorden van de president een „enorm zware en langdurige taak.” Een opmerking die erop duidt dat Bush ervan uitgaat dat Amerika nog jaren in Irak aanwezig blijft.