Hoe China de wereld zal veranderen
In zijn boek ”When China rules the World” hekelt de Britse Chinakenner Martin Jacques de wegkijkmentaliteit van westerlingen tegenover de opmars van China als grootmacht. Al duurt het misschien nog zo’n veertig jaar voordat het echt zo ver is, het wordt tijd de werkelijkheid onder ogen te zien, vindt hij. En vooral: te beseffen dat China echt anders is.
„Het Westen is eraan gewend dat de wereld zíjn wereld is, de internationale gemeenschap de zíjne, de belangrijkste munteenheid zíjn munt. Het kan zich geen voorstelling maken van een wereld waarin het niet aan het roer staat.”
Toch zullen westerlingen steeds vaker ontdekken dat hun wereld niet langer westers is. Vooral de Verenigde Staten staan volgens Jacques aan de vooravond van „een psychische, emotionele en existentiële crisis.” Ze zitten nu nog in de fase van ontkenning, van wegkijken. Tot dat westerse ontkenningsgedrag hoort ook de verwachting dat naarmate China een prominentere rol in de wereld gaat spelen, het zich wel zal aanpassen aan de westerse normen en waarden, en dat het zich dus westers zal gaan gedragen.
Modern worden, en sterk, is in westerse ogen nog altijd: westers worden. Vergeet dat maar, zegt Jacques. Akkoord, de Chinezen hebben het spelletje tot nog toe goed meegespeeld, zich aangepast en respect jegens Amerika getoond, en dat zal de komende tien, twintig jaar nog wel zo blijven. Maar naarmate China economisch machtiger wordt, zal het vaker dwars gaan liggen en anderen zijn wil gaan opleggen.
Hoe anders zal de wereld eruitzien als de Chinezen de VS verdringen als wereldmacht? Om daar iets van te weten te komen, is het van belang te beseffen hoe anders China is. Hieronder enkele kenmerken.
Chinezen vinden zich qua ras en cultuur superieur.
Die houding wordt wel aangeduid met ”de Rijk van het Midden-mentaliteit”. De grootste zorg rond de opkomst van China als wereldmacht, aldus Jacques, „ligt niet zozeer op militair terrein als wel op het culturele, juist vanwege dat diepgewortelde superioriteitsgevoel.”
Hoe zal dat gevoel China’s opstelling jegens de rest van de wereld gaan bepalen? Ook deze vraag klemt: hoe zal China omgaan met verschillen in de wereld? Met mensen die anders zijn dan zij? Chinezen –van hoog tot laag en van rijk tot arm– zijn er diep van overtuigd dat de verschillen tussen hen en andere volken niet enkel cultureel of historisch van aard zijn, maar vooral ook biologisch. Ze houden er dan ook een racistische hiërarchie op na, met uiteraard de Han-Chinezen aan de top, gevolgd door de (westerse) blanken en daaronder alle volken met een donkere huidskleur.
China is niet van plan om agressief de wereld te veroveren, het gaat er vanzelfsprekend van uit dat het het centrum van de wereld ís, en voorbestemd is voor de leidersrol. „Misschien niet agressief, maar des te meer assertief zal het zijn wil opleggen aan anderen en invloed uitoefenen.”
Jacques kent de Chinezen een „ongekend groot” zelfvertouwen en een ongekend sterk zelfbewustzijn toe. Dát Chinezen zich als ras superieur zien, gaat een probleem worden voor de rest van de wereld, stelt hij. „Als een arm en machteloos land zo’n houding heeft is dat geen probleem, maar als het een land betreft dat enorme macht en invloed heeft is dat het wel.” Bovendien: dit „superieure” Chinese ras beslaat een vijfde van de wereldbevolking.
Grote aantallen geven invloed.
Ruim 20 procent van de wereldbevolking is Chinees, tegenover nog geen 5 procent (4,6) Amerikaans. Als wereldmacht legt China dus een ongekend en vanuit historisch oogpunt bekeken uniek zwaar demografisch gewicht in de schaal.
Alleen vanwege die omvang zal de rest van de wereld bijna als vanzelf zich neerleggen bij de Chinese manier van doen en zal bijvoorbeeld de Chinese markt wereldwijd trendsettend en maatgevend zijn.
Vergelijk het met een zwaar beladen truck waarvan de chauffeur heel rustig en langzaam op een overstekende wandelaar afrijdt om die voorrang te geven. Hij beseft niet dat vanwege de grootte van zijn vehikel die voetganger tóch buitengewoon geïntimideerd wordt door zijn langzame toenadering.
De enorme Chinese binnenlandse markt zal ook een zuigkracht van jewelste hebben op landen in de regio, maar ook ver daarbuiten. Chinese bedrijven zijn straks vanzelfsprekend de grootste ter wereld. Ook zal er sprake zijn van een geweldige centrifugale kracht: massa’s Chinezen zwermen uit naar alle hoeken van de wereld. Nu al zijn honderdduizenden Chinezen naar Afrika verhuisd.
China is geen gewoon land maar een beschavingsstaat.
Het al eerder genoemde superioriteitsgevoel van de Chinezen hangt nauw samen met hun sterk historische besef. China is in de eerste plaats een ruim 2000 jaar oude beschaving en pas in de tweede plaats een nationale staat. En dat is iedere Chinees zich terdege bewust. Dat verleden werkt tot op vandaag als een inspiratiebron en maatstaf voor het heden.
China is een continent.
Omdat het een continent is met grote regionale verschillen, opereert de Chinese staat heel anders dan een normale nationale staat. Zo is het in China mogelijk ergens een experiment te beginnen –in een stad of provincie– zonder dat de rest van het land daarbij betrokken wordt.
Het concept van ”één beschaving, twee systemen” zoals dat sinds 1997 in Hongkong geldt, heeft oude papieren, en is terug te voeren op dit continentale denken.
China ziet andere landen als ondergeschikt en schatplichtig.
Diepgeworteld is ook de kijk van China op zijn buurlanden. Die relatie kenmerkt zich vanouds door grote ongelijkheid tussen China en de buren. Tegelijk is er volgens Jacques ook altijd sprake geweest van erkenning door die landen van de superioriteit van de Chinese cultuur. Dat gaat terugkomen, verwacht hij.
China’s economische macht in combinatie met zijn enorme bevolkingsomvang, maakt de regio rijp voor weer zo’n relatie tussen ongelijken, waarbij landen ondergeschikt en schatplichtig zijn aan de Chinese buur. Hoe ver zal dit systeem van schatplichtige relaties met het superieure China reiken? Jacques ziet Australië en Nieuw-Zeeland een keer capituleren, maar ook landen in Centraal-Azië, in Latijns-Amerika en vooral Afrika zullen worden gevangen in dit Chinese web.
Chinees bestuur is vanouds fundamenteel niet-democratisch.
Dat de staat verantwoording schuldig is aan zijn onderdanen, is China vreemd. Volgens Jacques heeft dat niets met communisme te maken. De staat staat ver boven zijn burgers en is volgens de ethiek van het confucianisme aan hen geen verantwoording schuldig.
De legitimiteit van de staatsmacht is nooit gebaseerd geweest op het mandaat van de kiezer. Een uitzondering is wanneer er sprake is van ernstige onvrede en onrust onder de bevolking. Die geven aan dat de machthebbers hun ”mandaat van de hemel” hebben verloren, en dat het volk dus recht heeft op een andere heerser.
Gezien hun grote angst voor massale onrust –bijvoorbeeld als gevolg van werkeloosheid– lijkt het erop dat de huidige machthebbers nog altijd geloof hechten aan dit oeroude mechanisme.
De Chinese Communistische Partij is anders.
Dat neemt niet weg dat de Chinese Communistische Partij niet te vergelijken is met bijvoorbeeld de partij uit de Sovjet-Unie. De Chinese partij heeft immers niets van het starre, conservatieve dat de Sovjets hadden en toont juist ongekend aanpassingsvermogen en flexibiliteit.
Dat gaat de Chinese communisten geen windeieren leggen, verwacht Jacques. De modernisering van China en zijn opmars als grootmacht is immers gekoppeld aan die leidende rol van partij. China biedt de wereld een succesvol alternatief model voor het democratisch bestuur van het Westen.
China combineert verleden en toekomst, rijk en arm.
Chinezen combineren het verleden en de toekomst met een gemak dat typerend is voor alle Oost-Aziatische landen. Ze koesteren hun oeroude cultuur en tegelijk omhelzen ze het nieuwe, zoals een kind voor het eerst een Nintendospelletje ontvangt: vol vertrouwen en verwachting.
Ze combineren ook rijk en arm, ontwikkeld en primitief. Rond de helft van de Chinese bevolking woont nog op het platteland. Dat zal de komende twintig jaar maar geleidelijk terugzakken naar 20 procent. Een tamelijk unieke situatie voor een wereldmacht in opkomst.
Een andere combinatie verklaart pas echt het succes van deze reus, en dat is de mix van westerse kennis en vaardigheden met de eigen cultuur en historie. China kent bij uitstek een hybride maatschappij en samenleving, en dat is zijn kracht.
Of dat ook een prowesterse opstelling betekent? Jacques verwacht stellig van niet, en hij wijst daarbij op een ander kenmerk: China is straks de eerste wereldmacht die „van de andere kant” komt, uit de groep vernederden door het Westen toen dat nog de wereld koloniseerde. Verwacht niet, zegt de Britse Chinakenner, dat deze in zijn trots gekrenkte reus op dezelfde manier naar de wereld kijkt als het Westen doet.
Ook in dit opzicht is het Westen gewaarschuwd.