Opinie

Berichtgeving onderzoeken kerkverlating roept vragen op

Er zijn de nodige kanttekeningen te plaatsen bij de berichtgeving over de verschillende recente onderzoeken naar kerkverlating onder jongeren, betoogt drs. José M. Baars-Blom.

30 September 2011 20:51Gewijzigd op 14 November 2020 16:54
„Ik ben geen groot liefhebber van kwantitatief onderzoek, omdat al dan niet representatief onderzoek met ‘keiharde’ percentages geen ruimte laat voor nuances. Dergelijke conclusies doen niet altijd recht aan de werkelijkheid noch aan jongeren.” Foto  RD,
„Ik ben geen groot liefhebber van kwantitatief onderzoek, omdat al dan niet representatief onderzoek met ‘keiharde’ percentages geen ruimte laat voor nuances. Dergelijke conclusies doen niet altijd recht aan de werkelijkheid noch aan jongeren.” Foto RD,

De afgelopen dagen zijn er in het Reformatorisch Dagblad pagina’s volgeschreven over kerkverlating door jongeren. Een belangrijk onderwerp. Daarom vind ik dat de redactie kritisch moet kijken naar wát er wordt gepubliceerd. Dit om te voorkomen dat de percentages een eigen leven gaan leiden. Niet-kritische lezers nemen de overvloed aan gegevens misschien voor waar aan, terwijl er de nodige opmerkingen bij te plaatsen zijn.

Statisticus

De Gereformeerde Hogeschool presenteerde woensdag een onderzoek naar kerkverlating. Slechts 26 van de 439 deelnemers (6 procent) aan de enquête hebben de kerk daadwerkelijk vaarwel gezegd. De overige 94 procent is heel, half of een beetje bij de kerk betrokken, maar géén kerkverlater. Het onderzoek zegt dus veel meer over jongeren die deel uitmaken van ten minste zes verschillende kerkverbanden, dan over de jongeren die, al dan niet op initiatief van het eigen kerkverband, werden uitgeschreven.

Uit de berichtgeving (RD 28-9) over dit onderzoek kan echter de indruk ontstaan dat uitspraken worden gedaan over de kerkvlieders uit onder meer de Christelijke Gereformeerde Kerken, de Nederlands Gereformeerde Kerken, de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt, de Gereformeerde Gemeenten, de Hersteld Hervormde Kerk en de Protestantse Kerk in Nederland. Een lezer hoeft geen statisticus te zijn om te bedenken dat enquêteresultaten van 26 mensen niet veel zeggen over kerkverlating door jongeren van al deze kerken met gezamenlijk een kleine 700.000 (doop)leden (waarbij ik van de PKN voorzichtigheidshalve alleen de Gereformeerde Bond meetel).

Bovendien kan men zich nog de vraag stellen in hoeverre het deze 26 kerkverlaters niks doet dat zij zijn uitgeschreven. Zij hebben immers op eigen initiatief deelgenomen aan een enquête op een website van een christelijke organisatie. In hoeverre toont dat een zekere mate van betrokkenheid?

Nuance

Ik leg nog een pijl op mijn boog. Zaterdag las ik in het artikel ”Doopwater droogt nooit op” (RD 24-9) dat kerkenraden „losgroeien van de Bijbelse boodschap” (71 procent) en „keuze voor een wereldse levensstijl” (60 procent) als belangrijkste redenen voor het vertrek van jongeren noemen.

Ik betwijfel of iedereen ziet wat er staat. Kerkenraden zeggen dit. Maar, waarop baseren deze kerkenraden dit? Daadwerkelijk op gesprekken met jongeren, op gevoel of kruisen zij eenvoudig een hokje aan omdat het nu eenmaal een plausibel lijkende keuzemogelijkheid is in de vragenlijst?

Ik ben geen groot liefhebber van kwantitatief onderzoek, omdat al dan niet representatief onderzoek met ‘keiharde’ percentages geen ruimte laat voor nuances. Dergelijke conclusies doen niet altijd recht aan de werkelijkheid noch aan jongeren. Ze zeggen er ‘iets’ over, maar zeker niet alles.

Kritisch

Onderzoek onder en naar jongeren uit orthodox-christelijke kring vind ik belangrijk genoeg om mij er bijna dagelijks aan te wijden. Ik spreek veel ex-, post- en reformatorische jongeren en volwassenen voor een onderzoek naar wereldverkenning. En ja, de jongeren uit reformatorische kring verkennen ‘de wereld’. Maar ik hoor ex-reformatorische mensen vaker diepe teleurstelling en verstoorde menselijke relaties noemen als reden voor kerkverlating, dan dat zij de wereld hebben verkend.

Van postrefo’s hoor ik dat anders gaan denken over de Bijbelse boodschap vaker tot kerkverschuiving dan kerkverlating leidt, juist omdat de boodschap hen aan het hart gaat. Bijvoorbeeld bij jongvolwassenen die in de ene kerkelijke kring onevenwichtigheid tussen leer (strak) en leven (los) hebben ervaren en zijn gaan kijken of het elders anders is. En ik heb een voormalige ex-refo gesproken: iemand die zich aan een kerkelijke gemeente onttrok en na een paar jaar toch weer belijdeniscatechisatie is gaan volgen in een ander kerkverband binnen de gezindte. Maar omdat vragenlijsten naar kerkverlating veelal weinig andere keuzemogelijkheden bieden dan gangbare vooronderstellingen blijven deze nuances ongehoord.

Om een lang verhaal kort te maken: van een kwaliteitskrant verwacht ik dat onderzoek en onderzoeksresultaten (ook de mijne) kritisch worden benaderd en dat niet het kaf, maar het koren wordt gepubliceerd. Juist ter wille van de jongeren en hun ouders die naar eer en geweten opvoeden.

De auteur is freelance cultureel antropoloog en doet promotieonderzoek naar ”wereldverkenning” van reformatorische jongeren en de invloed daarvan op hun denken en doen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer