Strafdossier militairen alsnog naar Defensie
Het openbaar ministerie mag alsnog de strafdossiers van de voor seksuele intimidatie veroordeelde Arnhemse militair S. H. en negen andere militairen aan het ministerie van Defensie overhandigen.
Dat volgt uit een woensdag door de Raad van State gepubliceerde uitspraak. H. en negen anderen, die enkele jaren geleden als instructeurs in de Generaal Spoorkazerne in Ermelo werkten, zijn eerder in hoger beroep veroordeeld voor seksuele intimidatie en mishandeling van een groot aantal leerlingen en in één geval voor verkrachting.
Het ministerie van Defensie wil om die reden de strafdossiers bestuderen om te kunnen beslissen of ze de in opspraak geraakte en veroordeelde militairen alsnog gaan ontslaan of alleen overplaatsen. H. wilde verhinderen dat Defensie de strafdossiers in handen kreeg. De rechtbank in Arnhem stak er een stokje voor, waarna het openbaar ministerie naar de Raad van State stapte. En die heeft de PG’s wel in het gelijk gesteld, waardoor de weg vrij is om de dossiers aan Defensie te overhandigen.
Defensie wil het strafdossier inzien om alle feiten omtrent de seksuele misdragingen op een rijtje te kunnen krijgen. De krijgsmacht wil uit het strafdossier achterhalen in welke mate de militairen de dienstregels hebben overtreden. De ontslagcommissie van de landmacht zal nu zo snel mogelijk met een advies over de negen militairen komen.
Overigens vond P. Groenhart, raadsman van de militairen en medewerker van de CNV-bond voor militairen, dat Defensie zelf voldoende mogelijkheden had om de zaak te onderzoeken. Daarvoor zou het ministerie geen gebruik hoeven te maken van het strafdossier. Immers, een jaar geleden is de ontslagcommissie van de landmacht al een procedure begonnen. Volgens Groenhart staat in het strafdossier veel privacygevoelige informatie waar Defensie niets mee te maken heeft.
„Bovendien klinken de aantijgingen tegen de militairen heel erg, maar is de werkelijkheid niet zo zwart wit. Zo zouden ook de meerderen op de Ermelose kazerne aanvankelijk weinig kwaad in de seksuele ’relaties’ tussen de instructeurs en de leerlingen hebben gezien. Iedereen had het idee dat het wel mocht en dat niet echt duidelijk was wat wel en niet mocht”, zei Groenhart in december 2002 tijdens de rechtszaak.
Uitspraak volgt over enkele weken.