In dierenpension Matu werken mensen met een beperking
Geblaf maakt buiten al duidelijk wie er in Matu bivakkeren, een dierenpension op het industrieterrein bij de Friese plaats Gorredijk. Eenmaal binnen mag het bezoek plaatsnemen in de kantine. Daar lopen niet alleen medewerkers, maar ook honden. De dieren komen even kennismaken.
Aaltje voorziet de gast van koffie. Arend zit aan tafel met een houten puzzel voor zich. Hij kan niet praten en beantwoordt de begroeting met een glimlach. Een passerende hond trakteert hij op een aai. Naast het keukenblok hangt een planbord met de taakverdeling. Regina: poep scheppen, wandelen. Henk: borstelen, waterflessen. Albertina: katten, dierenkeuken, receptie, telefoon. Aaltje: kantine, wandelen, boodschappen. Arends naam komt niet in het rijtje voor, die van Douwe evenmin. „Klopt”, legt Gina van der Heijde uit. „We hebben hier een werkgroep en een belevingsgroep. De werkgroep doet de klussen die bij een dierenpension horen. De anderen genieten van de 32 honden en 12 katten.”
In Matu, onderdeel van Talant zorg en ondersteuning, werken en verblijven van maandag tot en met vrijdag mensen met een verstandelijke beperking. Er zijn twee begeleiders en enkele vrijwilligers aanwezig. Van der Heijde nam, samen met een collega, het initiatief voor het dierenpension. Inmiddels bestaat Matu vijf jaar. Er is zowel dag-, pension- als seniorenopvang mogelijk.
Henk borstelt een viervoeter. Hij neemt de tijd om het dier te knuffelen. „Dit zijn gouden momenten. Daar doe ik dit werk voor”, bekent Van der Heijde. „Onze medewerkers zijn van huis uit vaak dieren gewend, maar mogen in een woonvoorziening geen hond of kat houden. Hier komen ze aan hun trekken. Het werk geeft hun ook eigenwaarde. Ze krijgen verantwoordelijkheid en de honden reageren enthousiast op hun aanwezigheid. Er komen hier veel mensen over de vloer. We betrekken onze medewerkers zo veel mogelijk in het contact met de klanten. Onze mensen halen de hond uit de kennel en vertellen hoe het dier het hier heeft gehad, maar vragen ook hoe de vakantie van de klant is geweest,”
Alie rijdt rond in een rolstoel. „Ik heb in de dierenkeuken voerbakken afgedroogd. Mijn eigen hond heet Paika. Het is een collie die bij mijn broer en schoonzus woont.” Albertina gaat stofzuigen en dweilen. Bang voor de loslopende honden is ze niet. „Nee hè, Gina.” Henk krijgt er lucht van dat een vrijwilliger medicijnen gaat halen. „Ik wil mee.” Breed glimlachend vertrekt hij even later, mét een hond aan de lijn. Het contact met dieren staat voorop in Matu. De logés hebben er dan ook een goed leven. Het concept slaat aan. „Klanten komen van heinde en ver. Sommigen laten het vakantietijdstip afhangen van de beschikbare ruimte in Matu.”
Dit is het vijfde deel in een serie over werkplekken waar mensen met en zonder verstandelijke beperking elkaar ontmoeten. Volgende week deel 6.