Teeven: Nederlandse rechtsorde sterker dan sharia
DEN HAAG – De conclusie van de PVV dat Nederlandse rechters massaal islamitisch recht zouden toepassen, is onjuist. Het is dan ook „volstrekt onnodig” actie te ondernemen met als doel de sharia uit het Nederlandse rechtssysteem te bannen.
Dat heeft staatssecretaris Teeven (Veiligheid en Justitie) donderdag gezegd in een door de PVV aangevraagd debat met de Tweede Kamer.
PVV-woordvoerder Van Klaveren kreeg daar behalve een aantal zakelijke terechtwijzingen van Teeven ook de woede over zich heen van PvdA, SP en GroenLinks. Deze fracties voeren aan dat de PVV praktische gebruiken in de Nederlandse rechtspraak die al sinds jaar en dag bestaan en bekrachtigd zijn in verdragen over internationale rechtspraak, neerzet als nieuw en bedreigend. „Dom, gemakzuchtig en belachelijk en alleen bedoeld om angst aan te jagen en allochtonen in een kwaad daglicht te stellen”, stelde Kamerlid Gesthuizen (SP). Ook VVD-Kamerlid Van der Steur was er snel mee klaar. Volgens hem komt een debat over shariarechtspraak in Nederland in essentie neer op een woordspelletje. CDA-woordvoerster Sterk zag als enige af van een oordeel over de noodzaak van het debat.
Op 11 april haalde PVV-leider Wilders De Telegraaf met een artikel onder de kop ”Sharia al in Nederland”. Kern van het stuk is dat Nederlandse rechters moslimvrouwen duperen, bijvoorbeeld door het rechtsstelsel te hanteren van het land waar hun huwelijk is gesloten wanneer zij hier een echtscheidingsprocedure voeren. Uit onderzoek van de PVV zou blijken dat schrijnende gevallen schering en inslag zouden zijn.
Voorafgaand aan het debat legde Teeven de Kamer schriftelijk uit dat geschillen tussen handelspartners en echtgenoten, afhankelijk van hun land van herkomst en nationaliteit, net zoals in andere landen ook in Nederland nu eenmaal via buitenlands recht kunnen worden beslecht. Voorwaarde daarbij is dat het volgen van het buitenlands recht niet strijdt met de Nederlandse openbare orde, aldus Teeven.
Bovendien is een aantal voorbeelden uit het Telegraafartikel feitelijk onjuist, staat in de brief. Anders dan de PVV wilde suggereren, klopt het niet dat een vrouw met de Nederlandse en de Marokkaanse nationaliteit die volgens Marokkaans recht is getrouwd met een Marokkaan haar huwelijk in Nederland niet kan laten ontbinden.
Het volgen van het Marokkaanse recht brengt alleen met zich mee dat de rechter bij beide partijen moet nagaan of zij bereid zijn tot een verzoeningspoging. Weigeren zij, dan spreekt de rechter de echtscheiding uit op grond van duurzame ontwrichting, net zoals dat bij toepassing van het Nederlands recht gebeurt.
Diverse fracties daagden de PVV de afgelopen week uit het eigen onderzoek naar shariarechtspraak vrij te geven. Gisteren bleek dat de partij slechts acht vonnissen had verzameld uit de periode 2001-2010, die vrijwel alle betrekking hebben op echtscheidingszaken onder moslims waarbij Nederlandse rechters het recht van een islamitisch land toepasten. „De PVV heeft nul voorbeelden”, was daarop de conclusie van PvdA-Kamerlid Van Dam.
Nadat Teeven zich in zakelijke bewoordingen had gedistantieerd van het ‘onderzoek’ van de PVV vroegen PvdA en SP hem daar ook een moreel oordeel over te geven. Dat weigerde hij. „Ik sta hier niet om problemen groter te maken, maar om ze op te lossen. Dit is een feitelijk debat”, hield hij de Kamer voor.
Wel kreeg de oppositie Teeven zo ver dat hij de conclusies van de PVV nog een keer met klem ontkrachtte. „Er is geen sharia in Nederland, laten we dat gewoon vaststellen. Dat is niet zo.”