Ophef over boerka? Maak je liever druk over Nederlands besef van eerbaarheid
Als de regeringplannen doorgaan, krijgen we straks ook in Nederland een algemeen boerkaverbod. Frankrijk en België zijn ons daarin voorgegaan. Dit boerkaverbod vormt een onderdeel van het gedoogakkoord. Het is een van de punten waarop Wilders zijn zin kreeg, in ruil voor zijn steun aan het kabinet.
Er zijn in ons land maar een paar honderd moslimvrouwen die er zo bijlopen. Voor het overgrote deel van de moslima’s gaat dat alles verhullende gewaad toch ook te ver. Het is natuurlijk ook een rare vertoning, zo’n wandelende tent. Dat zal duidelijk zijn.
Maar is het nu zo’n groot maatschappelijk probleem dat er een wettelijk verbod moet komen? Uiteraard zijn er situaties denkbaar waarin je mensen afwijst die zo gekleed zijn. Als werkgever wil je zo iemand niet in dienst hebben. In het onderwijs gaat het ook niet met zulke studentes. Misschien moet je dames die er zo bijlopen ook wel weren uit het openbaar vervoer. Ik kan me voorstellen dat mensen het niet prettig vinden om daar tegenover te zitten. Er is daarbij sprake van ongevraagde confrontatie. Of je als automobiliste in boerka een gevaar bent voor de verkeersveiligheid, vermag ik niet te beoordelen.
Er is wel beweerd dat personen in boerka een extra risico vormen omdat zo’n gewaad een ideale verhulling zou zijn voor zelfmoordterroristen. Toch zijn tot dusver de aanslagen, althans die we hier in het Westen gehad hebben, nooit gepleegd door mensen in boerka. Het veiligheidsaspect schijnt dus niet zo relevant te zijn.
Minister Donner (Binnenlandse Zaken) heeft dan ook in de Tweede Kamer verklaard dat de boerka niet verboden gaat worden met het oog op de veiligheid op straat. Het gewaad is in strijd met de Nederlandse waarden. Waarden inzake de positie van de vrouw en de bereidheid tot communicatie. Een VVD-Kamerlid noemde de boerka een aantasting van de vrijheid van anderen, namelijk de vrijheid om normaal met elkaar te communiceren. Zijn dat sterke argumenten?
Allereerst is en blijft het opvallend waarom men zich zo druk maakt over zo’n kleine groep mensen. Ik heb, eerlijk gezegd, in Nederland nog nooit een vrouw in boerka zien rondlopen en dat zal voor de meeste lezers van deze krant gelden. Er is in ons land, zeker in de zomermaanden, meer reden om je zorgen te maken over dames die te weinig kleren aan hebben dan over dames die zich van top tot teen bedekken. Maar daar hoor je buiten onze kringen zelden iemand over. Kennelijk behoort de vrijheid om er op straat zedeloos en uitdagend bij te lopen tot de hedendaagse Nederlandse waarden.
En wat betreft de vrijheid om in de publieke ruimte met elkaar te communiceren, daarbij moeten we wel bedenken dat dit slechts een vrijheid is tot eenzijdige communicatie. Ik mag (zolang ik niet beledigend ben) een ander vrijuit op straat aanspreken. Bijvoorbeeld om de weg te vragen. Maar die ander (of die nu in boerka gekleed is of niet) is niet verplicht mij te antwoorden of mij zelfs maar een blik waardig te keuren.
In een werk- of onderwijssituatie is dat anders. Dat zal duidelijk zijn. Op straat kan ik mij daarentegen aan elke communicatie (behalve met politieagenten) onttrekken. Beleefd is dat niet, maar beleefdheid is niet iets waartoe we door de wet verplicht worden.
Er is ongetwijfeld een heleboel kritiek te leveren op de wijze waarop men vrouwen in de islamitische wereld bejegent. De boerka is daar een voorbeeld van. Je zal daar als vrouw maar in moeten lopen! Maar alles bij elkaar genomen hebben moslimvrouwen wellicht meer besef van eerbaarheid dan de doorsnee autochtone vrouw.
Natuurlijk, je kunt alles overdrijven. Maar bij onze kritiek op de kledinggewoonten van moslima’s moeten we wel afstand houden van allerlei modern-seculiere of modern-christelijke opvattingen over de positie van de vrouw. Want als je die criteria aanlegt, moet er ook veel uit de Bijbel geschrapt worden. Die voldoet evenmin aan de Nederlandse waarden.
De auteur is oud-hoofdredacteur van het Reformatorisch Dagblad. Reageren aan scribent? gedachtegoed@refdag.nl