Binnenland

Hoogleraar over ID-kaart: Overheid kan allerlei belastingen heffen

DEN HAAG – Betalen, niet betalen, toch betalen. Burgers dienen toch met geld over de brug komen voor een ID-kaart, regelde minister Donner (Binnenlandse Zaken) vorige week in een spoedwet. Eerder oordeelde de Hoge Raad nog dat de kaart kosteloos moet zijn.

J. Visscher
27 September 2011 09:27Gewijzigd op 14 November 2020 16:49
Foto ANP
Foto ANP

Massaal togen burgers de afgelopen weken naar het gemeentehuis. Ze stonden in de rij voor een gratis identiteitskaart (ID-kaart). Verrassend genoeg oordeelde de Hoge Raad op 9 september dat de overheid geen leges mag heffen voor het verstrekken van een ID-kaart. Het hoogste rechtscollege oordeelde dat de ID-kaart uitsluitend een „algemeen belang” dient. Iedereen die in Nederland verblijft, is sinds 2005 immers verplicht een geldige ID-kaart te dragen en op verzoek te tonen.

Anders ligt dat bij het heffen van leges voor een rijbewijs of paspoort, redeneert de Hoge Raad. Die documenten dienen vooral een individueel belang. Iemand kiest er zelf voor om bijvoorbeeld een motorrijtuig te mogen besturen. In deze gevallen mag de overheid wel leges vragen.

Voor burgers is de ID-kaart-vreugde van korte duur. Vorige week, 22 september, voerde minister Donner een spoedwet in, die het mogelijk maakt dat gemeenten tóch weer geld voor de kaart mogen vragen. Morgen overlegt de Tweede Kamer met de bewindsman over de spoedwet, waarvoor naar verwachting groen licht komt. De PvdA liet vanmorgen weten dat Donner van Binnenlandse Zaken burgers moet compenseren voor de kosten die de burger moet maken voor de ID-kaart.

Hoewel de spoedwet nog niet door de Tweede en Eerste Kamer is geweest, wil Donner toch dat die al geldig is vanaf 22 september.

Kan Donner de redenering van de Hoge Raad naast zich neerleggen? In de spoedwet van van Donner vorige week wordt het vragen van een vergoeding voor een ID-kaart uitdrukkelijk aangemerkt als een „gemeentelijke belasting.” Eerder werd het vragen van een vergoeding voor de ID-kaart gezien als het heffen van leges. Tegenover leges staan concrete wederdiensten, zoals de afgifte van een rijbewijs.

„De reparatie van de wet is in feite een fluitje van een cent, waarbij de overheid zich niet hoeft uit te laten over het principiële verhaal van de Hoge Raad”, reageert prof. mr. A. E. Schilder, hoogleraar staats- en bestuursrecht aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. „De wetgever heeft de macht allerlei belastingen op te leggen. Denk aan de hondenbelasting. Of de luchthavenbelasting. Daarvan zal de burger zeggen: Waarom moeten we belasting betalen voor een weekje vakantie?”

Dat Donner gemeenten toch weer toestaat geld te innen voor de ID-kaart, heeft puur met de centen te maken, redeneert Schilder. „De afgifte van ID-kaarten kost gemeenten tientallen miljoenen euro’s. De overheid vindt het redelijk om die kosten door te berekenen bij de afnemers van zo’n kaart.”

Schilder vindt het bedenkelijk dat de overheid de spoedwet laat ingaan met terugwerkende kracht, per 22 september. „Juristen staatsrecht zijn het erover eens dat de overheid belastende maatregelen in principe niet met terugwerkende kracht invoert. Met het afschaffen van bepaalde voordelen, zoals subsidies, ligt dat wat anders. Maar daar is in dit geval geen sprake van.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer