Brieven ‘Nederlandse’ koningin ontrafeld
Koningin Elizabeth bivakkeerde jaren in Den Haag. Nee, niet de koningin die nu de Engelse troon bezet. Het gaat om Elizabeth Stuart, getrouwd met koning Frederik van de Palts.
Een Leidse onderzoekster heeft 662 brieven van en aan deze „eerste koningin in de Nederlandse Republiek” gelezen en bestudeerd. Vorige week verscheen haar boek ”The correspondence of Elizabeth Stuart, Queen of Bohemia. Volume II (1632-1642)” (uitg. Oxford University Press).
Wie was deze koningin? Elizabeth Stuart (1596-1632) wordt in Schotland geboren. Zij is de dochter van koning Jacobus I van Engeland en zus van koning Karel I. Zij trouwt in 1613 met Frederik (1596-1632). Diens moeder is Louise Juliana van Nassau, de oudste dochter uit het huwelijk van Willem van Oranje met Charlotte de Bourbon.
Frederik wordt op 4 november 1619 koning van Bohemen. Kort daarna laten zijn bondgenoten hem in de steek. In november 1620 wordt hij verbannen. Hij regeert maar één winter en krijgt daarom de bijnaam de Winterkoning.
Frederik en Elizabeth vluchten met hun gezin naar de Nederlanden. Hun neef prins Maurits biedt hun de gelegenheid zich in Den Haag te vestigen. Later bouwen zij ook in Rhenen een paleis en een jachthuis. Dat laatste wordt later bewoond door de bekende christelijke schrijver-boswachter Johan Veenhof.
Vanuit Den Haag schreef Elizabeth vele brieven. Ze kreeg er evenveel terug. De Leidse wetenschapster dr. Nadine Akkerman vond in de schrijfsels een heel andere vrouw dan zij had verwacht. „Elizabeth stond bekend als de lichtzinnige en extravagante gemalin van koning Frederick V. Wat mij het meest heeft getroffen, is dat de brieven een compleet ander beeld geven. Na de dood van haar man, keurvorst van de Palts en koning van Bohemen, was Elizabeth genoodzaakt de rol van de koning over te nemen, en de strijd aan te gaan om het verloren terrein van de Palts terug te winnen.”
Elizabeth was actief bezig met de politiek, concludeert Akkerman. „Vanachter haar schrijftafel nam ze het initiatief voor ambassadeursbijeenkomsten en internationale verdragen, en beïnvloedde diplomatieke betrekkingen, belegeringen en schermutselingen in een door oorlog verscheurd vroegmodern Europa.”
Het was geen rol die zij uit eigen beweging zou hebben gekozen, zegt Akkerman. „Dit blijkt uit een in november 1632 geschreven brief aan een voormalige hofdame, Lady Broughton. Elizabeth schrijft dat zij voortaan veroordeeld is tot een leven met zware verplichtingen: „Wie zou ooit hebben gedacht dat ik staatshoofd zou worden, een rol die ik altijd het meest heb verafschuwd.””
Het vorige week verschenen boek geeft de brieven weer uit de periode 1632-1642. De brieven gaan veelal over staatsaangelegenheden. „Elizabeths correspondentie stelt ons in staat de gebeurtenissen in het vroegmoderne Europa in een breder perspectief te zien. Ze had persoonlijk contact met alle belangrijke actoren in die periode en correspondeerde met hen over onderwerpen van militair, politiek en diplomatiek belang. Al deze personen en de onderwerpen die zij bespraken, komen in haar brieven naar voren.”
Akkerman kon de brieven niet zo weglezen. Veel ervan waren in cijfercodes weergegeven. Via dergelijk geheimschrift communiceerden vorsten, ambassadeurs, diplomaten en politici met elkaar. Het was in die tijd nooit zeker of de brief niet in verkeerde, vijandelijke handen zou terechtkomen. De Leidse onderzoekster moest er zeven verschillende cijfercodes voor uitpluizen. Zij deed dat als eerste onderzoekster. Haar ontcijferwerk is daarmee ook relevant voor andere onderzoekers van correspondentie van mensen uit het begin van de 17e eeuw.
De nu verschenen uitgave is er een van een serie van drie. Later dit jaar moeten ook de brieven uit de periode 1603-1631 verschijnen; volgend jaar die van de laatste jaren van de vorstin, 1643-1662. Daarmee rondt Akkerman een groot project af, dat begon met haar proefschrift over een deel van de brieven van Elizabeth.