Rutte is een liberaal met een sociaal tintje
Waar is het grote verhaal van de liberale leider Rutte die het schip van staat bestuurt? Is de richting naar rechts of laveert hij naar links? Een speurtocht naar de drijfveren van de premier die deze week zijn eerste begroting in de Tweede Kamer verdedigde.
Premier Rutte kreeg na zijn eerste Troonrede en tijdens de algemene beschouwingen bakken kritiek over zich heen omdat hij geen visie zou hebben op de toekomst van Nederland.
SP-fractievoorzitter Roemer deed dinsdag een duit in het zakje nadat koningin Beatrix de Troonrede nog maar net had voorgelezen: „Het was een opeenstapeling van maatregelen die al een week bekend waren. Zonde dat het niet een visionair stuk was. Een gemiste kans.” GroenLinksleider Sap stelde een dag later dat Rutte en zijn kabinet „met de rug naar de toekomst staan.” En PvdA-leider Cohen verweet de premier de samenleving door harde bezuinigingen „kapot te maken.”
Maar niet alleen de linkse partijen waren kritisch. Ook de fractievoorzitter van coalitiepartner CDA, Van Haersma Buma, legde de vinger bij de zere plek: „De visie op de vrijheid van de economie kennen we”, stelde hij, „maar hoe zit het met de visie op de verantwoordelijkheid van de samenleving? Het CDA mist een visie op burgerschap.”
De critici hebben recht van spreken, want het was Rutte die enkele jaren geleden in zijn hoedanigheid van VVD-leider regelmatig een pleidooi voerde voor een Troonrede en een rijksbegroting met visie. Voormalig premier Balkenende (CDA) deed het tijdens zijn kabinet met PvdA en ChristenUnie in ieder geval niet goed. De liberale leider noemde de Troonrede van 2009 een „visieloos stuk.” Een jaar eerder betitelde Rutte de Troonrede van zijn christendemocratische voorganger als „een Gammalijst” vanwege het opsommende karakter ervan.
Maar nu Rutte zelf aan de knoppen zit, brengt hij het er niet beter af, getuige de kritiek die zelfs coalitiegenoot Van Haersma Buma naar voren bracht. Welke kant wil Rutte op met Nederland?
Rutte heeft enerzijds het imago van een denker. Tegelijk heeft hij eigenschappen die dat imago meteen weer ondergraven. De premier is joviaal, hartelijk, vol humor en zijn betogen kenmerken zich door veel vaart, maar hij komt ook een tikkeltje lichtzinnig over. Grote politici uit binnen- en buitenland schrijven vaak een boek waarin ze uiteenzetten waar het naartoe moet met hun land, maar daar is Rutte, die ooit geschiedenis studeerde, nooit aan toe gekomen.
Maar al schrijft Rutte geen boeken, lezen doet hij wel. In Vrij Nederland zegt minister Rosenthal van Buitenlandse Zaken dat zij elkaar over en weer boeken aanreiken over de met name de Britse en de Amerikaanse politiek.
Het is moeilijk om Ruttes diepste drijfveren boven water te krijgen, zo schrijven Martijn van der Kooij en Dirk van Harten in hun boek ”Mark Rutte. Alleen voor de politiek”. De journalisten constateren in het hoofdstuk waarin het gaat over Rutte als liberaal: „Hoe Ruttes denkwereld precies in elkaar zit, is niet door hem noch door een ander uitvoerig gedocumenteerd. In interviews gaat hij op dit punt zelden de diepte in.”
Op zich hebben de scribenten daar gelijk in. Begin dit jaar verscheen er een boek van Edwin van de Haar getiteld ”Bemind, maar onbekend. De politieke filosofie van het liberalisme”. Daarin schrijft Rutte het voorwoord. Dat was een uitgelezen kans om een visie te tonen, maar die greep hij niet aan. Het blijft bij een vrij oppervlakkige aanbeveling van twee bladzijden.
Toch is daar niet alles mee gezegd. Want Rutte heeft wel degelijk een visie op de samenleving. Die valt vooral af te leiden uit het liberale beginselprogramma dat hij als VVD-leider in 2008 herschreef. Ook tijdens de algemene beschouwingen van deze week gaf hij een doorkijkje naar zijn visie op de samenleving. Daarbij moet natuurlijk wel aangetekend worden dat een premier geen partijganger is. Rutte wordt geacht premier van alle Nederlanders te zijn.
Een blik in de recente geschiedenis laat zien dat Rutte een hele ontwikkeling heeft doorgemaakt. De 21-jarige Mark komt in 1988 voor het eerste in de schijnwerpers bij zijn aantreden als voorzitter van de JOVD, de liberale jongerenorganisatie die gelieerd is aan de VVD. De organisatie is in Ruttes tijd ronduit libertijns: voor legalisatie van softdrugs en onder voorwaarden ook van harddrugs, voor polygamie en tegen een kraakverbod. De liberale leider Bolkestein is voor de jongeren veel te rechts. Over het CDA schrijft Rutte in De Driemaster, het clubblad van de JOVD, dat die partij „verachtelijke concepten voor de toekomst” heeft en zich schuldig maakt aan „machtsmisbruik.”
Rutte trekt de kar van de jonge progressieve liberale jongeren tot 1991. Daarna verdwijnt hij van het politieke toneel. Hij komt weer in de frontlinie te staan als hij in 2002 aantreedt als staatssecretaris van Sociale Zaken.
In 2004 laat Rutte zich voor het eerst in het openbaar uit over de koers van de VVD. Hij stelt dat de partij af moet van haar deftige Wassenaarse imago. Desnoods dient zij met D66 en delen van de PvdA op te gaan in een nieuwe sociaalliberale partij. Daarmee maakt Rutte furore op de linkervleugel van de partij. Hij bevestigt die lijn als hij zich in maart 2006 kandidaat stelt om politiek leider van de VVD te worden.
Tussen 2006 en 2008 moet er een belangrijke verschuiving zijn opgetreden in het denken van Rutte. Hij is ondertussen VVD-leider. Rutte stelt begin 2008 voor om het liberale beginselprogramma te herschrijven. In dat beginselprogramma klinkt een andere toon.
Het is een pittige opdracht om het beginselprogramma van de VVD te herschrijven, want er zijn binnen de partij altijd twee belangrijke stromingen geweest. De ene is de klassiek-liberale richting die vindt dat de overheid zo veel mogelijk moet overlaten aan het individu en de vrije markt. Dat betekent een kleine overheid en veel eigen initiatief. Oud-VVD-voorman Wiegel is een typische vertegenwoordiger van deze stroming.
In de tweede helft van de vorige eeuw ontwikkelde zich een andere stroming die vindt dat voor de ontplooiing van het individu een beroep gedaan mag worden op de overheid, Gelijkheid is voor deze groep even belangrijk als, zo niet belangrijker dan vrijheid. Vonhoff en Voorhoeve (die ondertussen is overgestapt naar D66) waren vertegenwoordigers van deze stroming.
Rutte wil beide tradities in zich verenigen. Op sociaaleconomisch gebied is Rutte een klassieke liberaal; hij wil de vrije markt ruim baan geven. Sociaalcultureel is hij een moderne liberaal die vindt dat de overheid moet ondersteunen waar de vrijheid in het gedrang komt. Daarom moet er in zijn ogen een sociaal vangnet zijn voor mensen die het echt niet kunnen. Zo staat het nu ook in het beginselprogramma. Kortom: Rutte is een liberaal met een sociaal tintje.
De samenwerking met het CDA past Rutte dan ook prima. Want het CDA voelt zich anno 2011 meer dan ooit aangesproken door de begrippen vrijheid en verantwoordelijkheid. Dat dit de titel is van het regeerakkoord dat de partijen vorig jaar samen sloten, is dan ook niet verwonderlijk.
Donderdag tijdens de algemene beschouwingen gaf Rutte in een lange zin, in antwoord op een vraag van CDA-fractievoorzitter Van Haersma Buma, aan wat een samenleving volgens hem is. Volgens Rutte hebben VVD en CDA verschillende uitgangspunten, maar komen ze in de politieke praktijk heel dicht bij elkaar. Maatschappelijke samenhang is volgens Rutte essentieel: „ Als ik kijk naar het amalgaam van onze twee politieke stromingen, de liberalen die allereerst uitgaan van de kracht van het individu –de 16 miljoen Nederlanders– en de christendemocraten die uitgaan van het belang van maatschappelijke verbanden, dan is de combinatie daarvan dat het individu in zijn kracht staat, in staat is om iets buitengewoons te maken van zijn leven en zich daardoor gaat verbinden met anderen en maatschappelijke verbanden aangaat.”
Die samenwerking leidt volgens de premier „tot een krachtige onderliggende structuur in de samenleving. Dat brengt onze twee partijen, wanneer wij samenwerken, doorgaans tot een succesvolle samenwerking.”
Er zijn niet zo heel veel VVD’ers die de waarde van maatschappelijke verbanden op die manier onderstrepen. Ongetwijfeld speelt mee dat Rutte dit van huis uit heeft meegekregen. Zijn vader was lid van de ARP, de politieke partij van de gereformeerde voorman Abraham Kuyper, die soevereiniteit in eigen kring predikte en een groot stimulator was van tal van verzuilde maatschappelijke verbanden.
Rutte, die zich als religieus ziet en ook de eed aflegt, kent dus de waarde van het „morele kapitaal”, zoals SGP-fractievoorzitter Van der Staaij het donderdagavond uitdrukte. Laatstgenoemde eindigde zijn inbreng dan ook met een citaat van Rutte, uitgesproken tijdens een speech bij de aanvaarding van het eerder genoemde liberale beginselprogramma.
Van der Staaij: „Rutte sprak over de identiteit van Nederland „die mede gevoed wordt door christelijke waarden als vergeving, rechtvaardigheid, hoop en adagia als: „Doet gij bij een ander niet wat gij niet wil dat bij u geschiedt”, en: „Heb uw naasten lief als uzelf.”””
De VVD heeft wel mindere liberale leiders gekend.