Donner: spookpolitici ongewenst fenomeen
DEN HAAG (ANP) – Had hij al de handen vol aan de spookburgers, nu moet hij ten strijde tegen de spookpolitici. Dat zijn de minstens 17 gemeenteraads- en Statenleden die wel ergens in het land een zetel bezet houden, maar er nooit op zitten om hun werk te doen.
Een vergoeding voor hun ’werkzaamheden’ krijgen ze vaak wel.
De Kamer wil dat het verschijnsel wordt aangepakt en dat kan Donner zich heel goed voorstellen, blijkt uit een brief die hij vrijdag naar het parlement stuurde: „Het is een ongewenst fenomeen.”
De Kamer ageert al sinds 2009 tegen de spijbelaars onder ’s lands gemeentelijke en provinciale politici. Vergoedingen van dergelijke ’volksvertegenwoordigers’ moeten worden opgeschort, is de breed gedragen gedachte. Nu kunnen ze nog slechts met 20 procent worden gekort.
Volgens de meest recente peiling van de Vereniging van Griffiers (2007) gaat het om minstens 17 en maximaal 58 fantoomleden bij gemeenten en Staten. Van de Tweede Kamer zijn geen spijbelparlementariërs bekend en de Eerste Kamer zou ook geen spooksenatoren kennen.
Dat het om beperkte aantallen gaat, doet volgens Donner niet af aan het probleem van de „gekozen volksvertegenwoordigers die op geen enkele wijze zichtbare invulling geven aan de inzet voor de publieke taak die hun kiezers mochten verwachten.”
Wijziging van het vergoedingenstelsel ziet hij echter niet direct als een geschikt middel om het probleem van de spookpoliticus te verhelpen. „De oplossing moet niet in de rechtspositionele hoek worden gezocht.” Het is beter om tussentijds te kijken naar het functioneren van een politicus, al is dan wel weer de vraag wie hem of haar moet beoordelen en hoe je daar consequenties aan verbindt. Ook kan de selectie van kandidaten voor de kieslijst en de begeleiding van de uitverkorenen misschien worden verbeterd, oppert Donner.