„Onmogelijk om succes Wallenaanpak te meten”
AMSTERDAM (ANP) – Het is onzeker of het weren van raambordelen, coffeeshops en belwinkels uit de Wallen in Amsterdam leidt tot minder criminaliteit. Ook is het onmogelijk te meten of de aanpak van Amsterdam om de rosse buurt op te schonen het gewenste resultaat heeft. Daarvoor zijn de plannen van de gemeente om de doelstellingen van het project te realiseren nog onvoldoende uitgewerkt. Dat schrijft de Rekenkamer Amsterdam in een rapport dat vrijdag openbaar is gemaakt.
In 2007 besloot Amsterdam de bezem door de rosse buurt te halen. Zo moesten er bijvoorbeeld minder prostitutieramen, coffeeshops en gokhallen komen. Dat moest leiden tot het terugdringen van de georganiseerde misdaad in het gebied. Opvallend genoeg blijkt volgens de Rekenkamer uit recente cijfers dat sinds 2007 het aantal panden met dergelijke bestemmingen juist is gestegen van 444 naar 491.
De gemeente heeft verder geen goed zicht op de kosten van de Wallenaanpak, ook wel project 1012 genoemd, naar het postcodegebied van de buurt. Zo wordt er onvoldoende rekening gehouden met onvoorziene uitgaven. Het is ook voor de gemeenteraad moeilijk om voldoende grip te hebben op de opschoning van de Wallen, aldus de Rekenkamer.
Om de Wallenaanpak beter te volgen, moeten de doelstellingen van het project duidelijker worden, vindt de Rekenkamer. Ook de informatie die naar de gemeenteraad gaat, moet meer dan nu inzicht geven in de voortgang van project 1012.
Verantwoordelijk wethouder Lodewijk Asscher (PvdA) laat via zijn woordvoerster weten dat uit een ander rapport blijkt dat project 1012 succesvol is in het bestrijden van de georganiseerde misdaad. Met het „gedegen onderzoek” en de aanbevelingen van de Rekenkamer in de hand wil hij blijven werken „aan het bestrijden van de criminaliteit en de vrouwenhandel op de Wallen.” Hij neemt vijf aanbevelingen van het rapport onverkort over. Ook wil de wethouder er alles aan doen om mogelijke onzekerheden in het project te weg te nemen.