Opinie

Verantwoord niet nakomen beloften ontwikkelingssamenwerking

De Nederlandse regering haalt grote beloften op het gebied van ontwikkelingssamenwerking geruisloos van de agenda. Verantwoording daarover aan het Zuiden is nodig, evenals waakzaamheid voor nieuwe loze beloften, vindt Joanne van der Schee-van de Kamp.

22 September 2011 20:23Gewijzigd op 14 November 2020 16:46
„Het jaar 2000 was het jaar van de millenniumdoelen. Toen werd onder andere afgesproken dat in 2015 alle kinderen naar school moeten kunnen gaan.” Foto RD, Henk Visscher
„Het jaar 2000 was het jaar van de millenniumdoelen. Toen werd onder andere afgesproken dat in 2015 alle kinderen naar school moeten kunnen gaan.” Foto RD, Henk Visscher

De afgelopen decennia zijn er op het gebied van ontwikkelingssamenwerking tal van beloftes gedaan. Onder de paraplu van de Verenigde Naties kwamen wereldleiders bij elkaar en beloofden plechtig de mooiste dingen. De wereldwijde armoede zou bijvoorbeeld in vijftien jaar gehalveerd worden. Het bleef niet bij woorden, ook financiële middelen werden toegezegd. Nu zit de wereld (weer) in een financiële en economische crisis, en lijken deze beloftes vergeten. Hoe verantwoorden wij het als we ze niet gaan nakomen?

Het jaar 2000 was het jaar van de millenniumdoelen (mdg’s). Toen werd onder andere afgesproken dat in 2015 alle kinderen naar school moeten kunnen gaan. Een euforisch moment, waarop alle wereldleiders samen besloten om de ellende in de wereld gezamenlijk aan te gaan pakken. Nu we elf jaar verder zijn, hebben wij allang geaccepteerd dat we de meeste doelen niet gaan halen.

En wat te denken van de afspraak die alle wereldleiders maakten in 2001: iedereen met hiv of aids moest in 2010 toegang hebben tot zorg. Deze belofte is ook niet gehaald, nog steeds hebben zo’n 10 miljoen mensen geen toegang tot behandeling.

Dan hebben we nog de beloftes die door regeringsleiders in Parijs (2005) en Accra (2008) zijn gedaan over het beter afstemmen van ontwikkelingssamenwerking tussen rijke en arme landen. Van afstemming van het kiezen van partnerlanden was in Europa al nauwelijks sprake. Zo blijkt nu dat in bepaalde landen, zoals Burkina Faso, meerdere grote donorlanden zich gelijktijdig terugtrekken, waardoor met name het onderwijs in dit land op losse schroeven komt te staan.

Nederland zette altijd sterk in op deze beloften en met name de millenniumdoelen. De Nederlandse inspanningen op ontwikkelingssamenwerkingsgebied werden zelfs rechtstreeks gekoppeld aan de mdg’s. Ook organisaties deden hieraan mee. Het was belangrijk om de mdg’s te halen. De hele wereld zette immers zijn schouders eronder, zo leek het.

De huidige stand van zaken is echter dat sluipenderwijs al die grote beloftes verdwijnen uit de beleidsstukken van het ministerie van Buitenlandse Zaken, waaronder ontwikkelingssamenwerking valt. In het Nederlandse ontwikkelingsbeleid is er vooral nog aandacht voor mdg 5 (moeder­zorg), maar zelfs hierop wordt bezuinigd. We trekken ons dus terug. Dit gebeurt echter niet publiekelijk en het officiële beleid van staatssecretaris Knapen is ongetwijfeld dat hij er nog voor gaat, maar de overtuiging van vroeger is eruit.

De grote vraag is: Wat krijgt de doelgroep in het Zuiden van deze sluipende verandering mee? Wordt die ook bijgepraat over groeiende twijfels over het kunnen nakomen van die beloften? Of gaan ze er daar nog steeds van uit dat we er keihard voor gaan om die –samen met hen– te halen in 2015? Hebben ze er weet van dat we nog een beetje lippendienst bewijzen aan de mdg’s, maar ondertussen de budgetten voor het behalen ervan fors naar beneden bijschroeven? Krijgen ze te horen dat Nederland kiest voor het eigen huishoudboekje en de belangen van het Nederlandse bedrijfsleven? Het ministerie van Buitenlandse Zaken slooft zich in de nieuwe Resultatenrapportage 2009-2010 uit in zijn verantwoording naar de geldgevers, inclusief de belastingbetaler. Prima, maar welke verantwoording legt Nederland af aan de mensen over wie het echt gaat? Wij horen hier 
in elk geval niets over.

Wat zegt dat over de waarden van waaruit we werken? Solidariteit, betrouwbaarheid, transparantie zijn geen waarden die worden genoemd door het huidige kabinet. Nee, het kiest voor kernwaarden als: veiligheid, welvaart in de wereld en vrijheid, waarbij het Nederlandse belang centraal wordt gesteld. Het vooropstellen van deze waarden kan een bedreiging worden voor rechtvaardigheid en verantwoord beheer van de schepping. Welvaart en veiligheid kunnen alleen duurzaam gerealiseerd worden op basis van (internationale) gerechtigheid, zorg voor mens en schepping. En juist hierover heeft men het niet.

In de euforische stemming rond het aanbreken van het nieuwe millennium heeft het Westen zijn hand overspeeld met beloftes van een betere wereld. Het aantal armen zou per 2015 gehalveerd zijn. Met die grote beloftes hebben we niet alleen het cynisme hier in de hand gewerkt. We hebben ook een situatie gecreëerd waarin we verwachtingen niet waar kunnen maken. Het Westen, en ook onze Nederlandse regering, heeft de taak daar eerlijk verantwoording over af te leggen aan de ontvangers in het Zuiden. En laten we in de toekomst alleen maar beloften doen die we echt kunnen waarmaken.

De auteur is coördinator beleidsbeïnvloeding bij Prisma, een vereniging van christelijke ontwikkelingsorganisaties.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer