Trainer Jan Mulder op zoek naar onbewuste angst manager
Ieder mens heeft een onbewuste angst en een verborgen talent. Daarvan is trainer Jan Mulder overtuigd. Tijdens intensieve individuele sessies met cliënten gaat hij ernaar op zoek. Een impressie uit de praktijk. „Je denkt dat je mensen uitmuntend kunt aansporen, maar je hebt er juist moeite mee”, zo houdt hij een manager voor.
”Ik vind het reuze spannend en ben benieuwd wat er gaat gebeuren.” Richard Berends (38), manager bij een middelgroot computerbedrijf, neemt om negen uur ’s ochtends plaats op de bank in de woon-werkkamer van trainer Jan Mulder. Als zijn ogen afdwalen gaan ze langs de titels in de boekenkast, waar auteurs als Hegel en Elie Wiesel een plaats kregen. Of hij blikt door het raam op het weelderige groen in de tuin.
Het grootste deel van de ochtend eist Mulder echter alle aandacht op. De trainer –„ik ben geen therapeut, maar onder meer economisch en agogisch geschoold”– zit in een fauteuil tegenover de manager. Hij richt een kleine filmcamera op een statief op Berends –grijs kostuum, overhemd, stropdas–, die wat onwennig op de bank heen en weer schuift. „Je ziet jezelf later op het tv-scherm terug. Dat is confronterend, maar ook verhelderend”, kondigt Mulder aan.
Doel van de persoonlijkheidstraining –vier sessies van drie uur– is dat Berends zicht krijgt op onbewuste processen die zijn denken en doen beïnvloeden. „Elk mens heeft een onbewuste angst en een verborgen talent, oftewel een onbewust sturingsmechanisme. Dat bepaalt hoe hij met mensen en situaties omgaat. Ik ben als het ware op zoek naar de software van het brein”, zegt Mulder.
Als de trainer zaken zoals opleiding, werk en familierelaties in kaart brengt, beperkt hij zich niet tot de feiten. Hij wil weten waaróm Berends voor de marketingopleiding NIMA-A koos en waaróm hij al vijftien jaar bij hetzelfde bedrijf werkt. Maar ook: Welk gedrag van zijn vader vond hij vroeger niet fijn, waar viel hij op toen hij z’n vrouw ontmoette en wat ziet hij van zichzelf terug in z’n kinderen?
Mulder zoekt verbanden tussen zaken uit verleden en heden. Hij schakelt moeiteloos tussen Berends’ ervaringen met het voorbereiden van repetities op school en de manier waarop hij hulp zoekt bij zijn huidige team als een klus niet lukt. Diverse vragen vindt Berends lastig te beantwoorden. „Ik snap niet welke kant je op wilt.”
Mulder gaat onverstoorbaar verder. „De klant, het bedrijf en jijzelf: wie staat op nummer één?” Als Berends zichzelf en het bedrijf bovenaan plaatst, reageert de trainer verbaasd. „Ik deel die mening niet. De klant is nummer één, dan komt de rest vanzelf.” Na een poosje doorpraten blijkt Berends die visie te delen. „Maar je bracht het anders”, zegt Mulder.
De dialoog gaat verder. „Plannen maken, zaken plannen of verkopen: waarin ben je het beste?” „Als ik moet kiezen, zeg ik: verkopen.” „Het zou ook wel eens plannen maken kunnen zijn”, zegt Mulder peinzend. „Waar loop je tegenaan als een plannetje niet lukt, wat kun je dan niet?” Berends komt er niet uit. „Ik kan het niet goed onder woorden brengen.” „Ik denk dat ik nu heel dicht tegen je onderbewuste aan zit”, reageert Mulder.
Tegen de middag presenteert de trainer op een flipover zijn voorlopige conclusie. „Je hebt de onbewuste angst dat je zaken niet kunt opzetten. Daarom wil je dat juist heel goed doen. Dat is je drive. Je bent continu bezig met afvinken. In je gedrag tegenover anderen vertaalt zich dat ook. Je denkt dat je uitmuntend kunt aansporen, maar komt bij anderen over alsof je er juist moeite mee hebt.”
Het afvinken herkent Berends bij zichzelf. Verder vindt hij het lastig om het verhaal van de trainer goed te plaatsen. Mulder belooft hem in de volgende sessie, met behulp van beeldopnamen van deze ochtend, verder op zijn conclusie in te gaan door onderdelen van het gesprek te analyseren.
Een paar weken later zegt Berends dat de tweede training duidelijker heeft gemaakt dat hij anders overkomt dan hij dacht. Tevreden is hij daarmee nog niet. „Ik vraag me af wat ik ermee kan. Daar stoei ik de laatste weken mee. Maar misschien loop ik op de zaken vooruit.” Mulder: „Zo reageren veel cliënten. Ze willen dat de knop in één keer wordt omgedraaid, maar het is een proces.”
Tijdens de derde bijeenkomst gaat Mulder verder op zijn analyse in, opnieuw met de camera in de aanslag. Gaandeweg de ochtend vergelijkt hij opnamen van deze dag met die van de eerste sessie. Daarmee wil hij vooral laten zien dat Berends nu rustiger en zelfverzekerder overkomt. „Bewustwording van je onderbewuste geeft al een zekere rust.”
Mulder brengt nog een verdieping aan in zijn analyse. „De onbewuste angst dat je iets niet kunt opzetten wordt negatief geprikkeld en die voel je als de angst dat een ander jou opmerkt. Je probeert dat laatste te voorkomen door continu de ander af te vinken. Dat is jouw talent.” Volgens de trainer gaat dit vaak gepaard met „stoer en zelfs wat arrogant gedrag. Dat bemoeilijkt jouw managementtaak.”
Door medewerkers aan te sporen leidt Berends de aandacht van zichzelf af, vervolgt de trainer. „Je denkt dat een ander eropuit is jou negatief te raken, maar je weet dat niet zeker. Die angst kun je spiegelen door vragen te stellen zoals: Wat bedoel je? De informatie die dat oplevert, helpt je om mensen minder emotioneel aan te sporen. Het effect is dat de communicatie beter loopt.”
Nu breekt de fase aan waarin Berends deze kennis in de praktijk moet gaan toepassen. Tijdens de vierde en laatste sessie spreekt de computerverkoper daarover met de trainer nog verder door. „Dat was de heftigste bijeenkomst”, zegt Berends na afloop. „Jan Mulder heeft me flink aangepakt. Hij zat me heel dicht op de huid. Dat was niet prettig, al gebeurde het in een goede sfeer. Aan het eind was ik helemaal leeg.”
Het traject overziende, zegt de manager: „Het was behoorlijk confronterend, maar waardevol. Ik had er bijvoorbeeld nooit bij stilgestaan dat ik moeite heb met aansporen. Als ik dat van een ander had gehoord, zou ik zeggen: Waar heb je het over? Maar ik moet nu erkennen dat het toch zo is. Jan heeft dat goed onderbouwd.”
Berends signaleert dat zijn „zwakke punten” vooral naar voren komen in situaties die spanning oproepen. „Dankzij deze training probeer ik daar nu anders mee om te gaan. Dat is de winst ervan. De komende tijd hoop ik die verder uit te buiten.”
De naam Richard Berends, zijn leeftijd en het bedrijf waar hij werkt zijn om redenen van privacy gefingeerd.
„Persoonlijkheidstraining raakte mijn zekere plek”
Haar onbewuste angst is dat ze niet op situaties kan inspelen. Dat ontdekte Sandra Boersma (gefingeerde naam) tijdens een individuele persoonlijkheidstraining bij Jan Mulder van BBOS Management Consultants. Verrassend was de uitkomst niet voor de leidinggevende bij een christelijk kinderdagverblijf, maar ze gaf haar wel rust. „Na een poosje viel het kwartje. Ik herkende wat de trainer signaleerde, maar was me er voor die tijd nooit van bewust geweest. Hij raakte precies de zere plek.”
Haar werkgever bood Boersma (29) een jaar geleden de mogelijkheid om de training te volgen. „Mijn cheffin, met wie ik samen het management vorm, had die eerst gedaan. Zij was zo enthousiast dat ze die daarna aan alle collega’s aanbood. Als startend bedrijf werkten we met een team van acht mensen die elkaar niet of nauwelijks kenden. Dan is het goed om te beseffen wie je zelf bent, hoe je op anderen overkomt en wat dat betekent in contacten met collega’s. Dat heeft ook z’n invloed op de kinderen met wie we werken. Iedereen volgde eerst twee individuele sessies, waarna we nog een gezamenlijke training kregen.”
Boersma ervoer de training als leerzaam en verrijkend. „Het was verrassend hoe snel Jan Mulder door zijn vraagstelling erachter kwam wat mijn onbewuste angst was. Vooral tijdens de tweede sessie, toen we opnamen van de eerste gesprekken bekeken, drong dat goed tot me door. Ik liep echt niet hele dagen als een angsthaas rond, maar na de training herkende ik het gevoel van angst op momenten dat ik even geen greep op zaken had of wanneer iemand negatief op mij reageerde. Dat gold niet alleen op het werk, maar ook in mijn gezin. Een van onze kinderen heeft het syndroom van Down. Zeker in het begin leverde dat nogal eens situaties op waarop ik niet goed kon inspelen. Dan speelde mijn onbewuste angst ook duidelijk op.”
Tijdens de training werd Boersma zich ervan bewust dat ze haar angst probeerde te verbloemen door op kritieke momenten een omhaal van woorden te gebruiken of het echte probleem te omzeilen. „Dit ”overdragen” werd benoemd als mijn verborgen talent. Daardoor merken anderen vaak niet dat ik geen greep op een situatie heb.”
Een jaar na de training merkt Boersma nog steeds het effect ervan. „Als ik negatief word geraakt, denk ik: Oh ja, dat ben ik, dit hoort bij mijn persoonlijkheid. Dat geeft me houvast. Door het gevoel te rationaliseren, blijf ik niet in het negatieve steken. Als ik niet aan mijn angst toegeef, word ik er geen slachtoffer van. Ik ben echt sterker uit de training gekomen.”
De manager kreeg een aantal handvatten aangereikt die ze in de praktijk met succes gebruikt. „Ik heb ze me aardig eigen gemaakt. Als ik me door een ander aangevallen voel, speel ik de bal bijvoorbeeld eerst terug door te vragen: „Wat bedoel je?” Lastige situaties zullen er altijd blijven. Die kan ik niet altijd oplossen. Maar doordat ik me bewust ben van wat er op zulke momenten gebeurt, heb ik er minder last van.”
Jan Mulder
Nadat hij jaren in het personeelsmanagement had gewerkt, startte Jan Mulder (58) uit Laren (NH) in 1992 zijn eigen bedrijf: BBOS Management Consultants. Mede op aanraden van een psychologe ontwikkelde hij een individuele persoonlijkheidstraining die inmiddels door honderden mensen uit onder meer het bedrijfsleven, de overheid, de culturele sector en de politiek werd gevolgd. Doel van de BBOS Management Training is dat de cliënt onbewuste elementen in zijn communicatie herkent. Dat moet ertoe leiden dat de interactie met de omgeving verbetert. Een freelancejournalist werkt momenteel aan een boek waarin zijn aanpak wordt beschreven, mede aan de hand van ervaringsverhalen van cliënten.