MKB wil geleidelijke aanpak pensioen
MKB-Nederland pleit voor een meer geleidelijke aanpak van de pensioenproblematiek en de vergrijzing. Volgens de organisatie voor middelgrote en kleine bedrijven moet zeker een generatie uitgetrokken worden om de arbeidsparticipatie van ouderen te vergroten.
„Wij zijn het wel eens met de ideeën van het kabinet, maar alleen niet met de aanpak. Die is veel te rigoureus”, aldus secretaris sociale zaken K. Kuiper dinsdag. Zo vindt MKB-Nederland het te ver gaan dat het kabinet de fiscale regelingen wil afschaffen die het sparen voor prepensioen nu nog aantrekkelijk maken.
De werkgeversorganisatie doet morgen tijdens de ontmoeting tussen het kabinet en sociale partners een voorstel voor een pensioenakkoord voor de langere termijn. MKB wil afspreken dat de AOW-leeftijd van 65 jaar in een periode van circa 24 jaar wordt opgeschoven naar de leeftijd van 67 om de pensioenen betaalbaar te houden en de arbeidsparticipatie van ouderen te vergroten. Dat laatste is nodig om straks als de vergrijzing doorzet voldoende werknemers te hebben in Nederland.
Net zoals ondernemersorganisatie VNO-NCW eerder dit jaar heeft voorgesteld, pleit MKB ervoor de pensioengerechtigde leeftijd elk jaar met een maand op te trekken. Kuiper: „Dan is een generatie verstreken en is iedereen inmiddels aan de situatie gewend als de pensioengerechtigde leeftijd met twee jaar is opgeschoven. Als de nood hoger blijkt, kunnen we het proces altijd versnellen.”
Met de vakbeweging vindt MKB dat het prepensioen behouden moet blijven. Daarin verschilt de organisatie volgens Kuiper van mening met VNO-NCW, die het prepensioen in tegenspraak vindt met het streven mensen langer door te laten werken.
Volgens Kuiper is het prepensioen juist „een keurig middel” om oudere werknemers te ontlasten in sectoren als de bouw en de metaalindustrie, waar relatief zwaar werk wordt verricht. „In deze branches is het risico voor oudere werknemers om ziek te worden en in de WAO te belanden hoog. Met prepensioen kan ook gespaard worden om op latere leeftijd minder te gaan werken en met deeltijdpensioen te gaan.”
Bovendien vreest MKB dat de kosten voor de reeds opgebouwde rechten voor het prepensioen op het bordje van de werkgevers terechtkomen als de overheid de huidige fiscale faciliteit afschaft. „Vakbonden gaan in CAO-onderhandelingen de rechten van werknemers opeisen. De rekening voor het kabinetsbeleid komt dan exclusief bij de werkgevers te liggen.”
VNO-NCW benadrukt te pleiten voor een geleidelijke afschaffing van het prepensioen. Overgangsregelingen zouden werknemers vanaf vijftig jaar, die al veel rechten hebben opgebouwd voor prepensioen, moeten ontzien. „Wij geloven ook dat het omzetten van het prepensioen in bijvoorbeeld deeltijdpensioen en andere maatwerkoplossingen het doorwerken van ouderen kan stimuleren”, aldus een woordvoerder van VNO-NCW.
Voor zowel de FNV als het CNV is het opschuiven van de AOW-leeftijd naar 67 jaar onbespreekbaar. De vakcentrales vinden dat er eerst geprobeerd moet worden om meer mensen tot hun 65e aan het werk te houden.
CNV-voorzitter D. Terpstra en FNV-bestuurster A. Jongerius zijn wel positief verrast over de opvattingen van MKB over prepensioen. Terpstra spreekt van een handreiking. Volgens Jongerius snapt MKB eindelijk dat het kabinet met zijn beleid een „een buitengewoon grote bom legt” onder het CAO-overleg. „Ook begrijpt MKB dat mensen met zware beroepen vervroegd moeten kunnen uittreden als ze dat willen, terwijl VNO-NCW nog steeds een beetje met overgangsregelingen bezig is.”