Van Agt berijdt zijn stokpaardje
LEEUWARDEN – Op uitnodiging van de Friese jongerenafdeling van de VVD, het studiegenootschap Trias Politica en de Thorbecke Academie gaf oud-premier Van Agt woensdag in Leeuwarden een college over zijn visie op de geschiedenis van het land Israël en het Israëlisch-Palestijnse conflict.
Vrijdag vergadert de Algemene Vergadering van de VN over de status van de Palestijnse Autoriteit binnen de VN. Van Agt legde zijn gehoor uit dat het erom gaat of de status verhoogd wordt van ”observer status as entity” naar die van ”non-member state”. „Het is een verbetering, maar niet waar de Palestijnen recht op hebben. Het is een bemoedigend signaal dat de VN tegen de Palestijnen zeggen: De wereld bekommert zich om jullie.”
In zijn boek ”Een schreeuw om recht” (2009) verklaart Van Agt zich een voorvechter van de Palestijnse zaak. Hij is voorstander van een eigen Palestijnse staat in de Gazastrook, op de Westelijke Jordaanoever en in Oost-Jeruzalem. Dan zal er „rechtvaardige vrede” tussen Israël en de Palestijnen kunnen komen.
„Het probleem is de verdeeldheid onder de Palestijnen”, zei de oud-premier op de vraag vanuit de zaal wie een eventuele toekomstige Palestijnse staat zal moeten besturen. „Hamas vindt het onredelijk dat het vier vijfde van het land kwijtraakt aan Israël. Dat is begrijpelijk, want het land was eigenlijk van de Palestijnen. In 2006 was er een eenheidsregering van Fatah en Hamas, maar door machinaties van het Westen, door onmogelijkheden te vragen van Hamas, is de samenwerking tussen deze partijen opgeblazen. Mijn wens is dat het Westen zijn keiharde houding jegens Hamas verzacht, en het erkent als legitieme verzetsbeweging die -–toegegeven– soms wat stoute dingen doet.”
Op de vraag uit de zaal of het nederzettingenbeleid niet „riekt naar de manier waarop de Joden zelf zijn bestreden”, tijdens de Holocaust gaf Van Agt bewust geen rechtstreeks antwoord. „Dan kan de krant er weinig van maken. Ik verwijs naar artikelen van Gideon Levy in Ha’aretz.”
Vanuit de zaal werd gevraagd hoe Van Agt aankijkt tegen de Bijbelse landbelofte. Van Agt, hakkelend: „Ik mis de theologische en Bijbels-exegetische opleiding om hier een deskundig antwoord op te geven. Ik word geadviseerd door dominees –ook uit de Reformatie– die mijn verhaal onderschrijven.” En dan, geagiteerd: „Het gaat er bij mij niet in dat de Palestijnen niet eens een vijfde van het land mogen krijgen om in te wonen. De Almachtige heeft geen landkaart gegeven bij Zijn landbelofte.”
