Nederland doet langer mee aan missie Libië
DEN HAAG (ANP) – Nederland blijft de komende maanden met zes F-16-gevechtsvliegtuigen, een mijnenjager en stafpersoneel meedoen aan de NAVO-missie in Libië.
De ministers Uri Rosenthal (Buitenlandse Zaken) en Hans Hillen (Defensie) hebben dat woensdag in een brief aan de Tweede Kamer aangekondigd.
De NAVO besloot eerder op de dag haar aanwezigheid in Libië met 3 maanden te verlengen. Ons land doet sinds eind maart mee aan de militaire operatie, die erop is gericht de burgerbevolking in dat land te bescherming. De F-16’s zorgen ervoor dat het vliegverbod boven Libië wordt gewaarborgd. De mijnenjager controleert het wapenembargo tegen het Noord-Afrikaanse land en houdt de Libische havens vrij van mijnen. Ook zijn er Nederlanders actief in AWACS-radarvliegtuigen. Bij de missie zijn ongeveer 170 Nederlanders betrokken.
Nederland levert de komende tijd ook een bijdrage aan ontmijningswerk in Libië. Wat dat precies betekent, staat niet in de brief. Landmijnen en niet-ontplofte oorlogsmunitie vormen een bedreiging voor de bevolking en voor hulpverleners, aldus de ministers. De Nederlandse mijnenjager helpt al met het opsporen en ruimen van mijnen op zee.
Hoewel het regime van de verdreven Libische leider Muammar Kaddafi politiek gezien ten einde is, is de veiligheidssituatie volgens Rosenthal en Hillen nog onvoldoende stabiel om de missie te kunnen beëindigen. Wel kan er bij verbetering van de situatie worden besloten de missie voor het einde van de 3 maanden verlenging te beëindigen. Ook de Nederlandse bijdrage aan Unified Protector zal dan worden gestopt.