Het hof komt tot die beslissing omdat diverse psychiaters afgelopen zaterdag in de Volkskrant betoogden dat Van der G. zou kunnen lijden aan de stoornis van Asperger, een vorm van autisme. Belangrijk kenmerk van die ziekte is een groot gebrek aan inlevingsvermogen.

De in de krant geraadpleegde psychiaters baseren hun oordeel op berichtgeving in de media. Geen van allen hebben ze met Van der G. zelf gesproken.

Het Pieter Baan Centrum (PBC), dat de Harderwijker zeven weken onderzocht, rept in het gedragskundig rapport met geen woord over de ziekte van Asperger, vernoemd naar de Oostenrijkse kinderarts Hans Asperger, die in 1944 een studie publiceerde over normaal of hoogbegaafde kinderen met problemen op relationeel terrein. Het PBC oordeelde dat Van der G. weliswaar een persoonlijkheidsstoornis heeft, maar op het moment van de moordaanslag volledig toerekeningsvatbaar was.

Zowel Van der G.’s advocaten mr. Britta Böhler en mr. Stijn Franken als aanklaagster Van Asperen de Boer liepen dinsdag niet warm voor het horen van twee deskundigen die zich in de media hebben uitgelaten over een vermeende stoornis van Van der G. Verdediging en openbaar ministerie wezen erop dat deze psychiaters het volledige dossier niet hebben gelezen noch met Van der G. om tafel zaten.

Dat kon het Amsterdamse hof er echter niet van weerhouden morgen de twee psychiaters om opheldering te vragen. Daarnaast zal PBC-psycholoog J. Oudejans toelichten waarom de observatiekliniek niet tot de diagnose van de ziekte van Asperge kwam. Een en ander kan tot gevolg hebben dat er een nieuw onderzoek naar de geestesvermogens van Van der G. wordt gestart. Wellicht wordt hij dan deels ontoerekeningsvatbaar geacht. Dan is het opleggen van TBS mogelijk.