Onder jongeren blijft de werkloosheid stijgen. In een jaar tijd is het aantal werkloze jongeren toegenomen van 63.000 naar 90.000. Daarmee is 10 procent van de 15- tot 24-jarigen uit de beroepsbevolking werkloos.

De trend dat de werkloosheid bij hoger opgeleiden onevenredig sterk toeneemt, zet zich voort. Van de universitair geschoolden kreeg op jaarbasis 31,6 procent meer een werkloosheidsuitkering. Dat is bijna driemaal zo veel als het algemene stijgingspercentage onder de uitkeringsgerechtigde werklozen. Toch blijven universitair opgeleiden met 2,4 procent een kleine minderheid onder de ontvangers van een werkloosheidsuitkering, zo bleek onlangs uit onderzoek van het blad De Standaard.

Onder de hbo-ers ligt het al niet veel beter. In de sectoren zorg en onderwijs is een tekort aan vacatures beslist niet aan de orde, maar op andere terreinen laat de dalende conjunctuur zich goed voelen.

Esther ondervindt de problemen nog steeds. „Twee jaar geleden ben ik afgestudeerd aan de Christelijke Hogeschool Ede in de richting communicatie. Mijn eerste functie was in de IT-branche. Daar heb ik bijna een jaar gewerkt. Het bedrijf, dat inmiddels failliet is, moest echter reorganiseren en ik stond op straat.”

De 23-jarige Esther, die vanaf half februari werkloos is geweest, werkt sinds een week als PR- en reclamemedewerkster. Ze houdt zich bezig met websitebeheer, advertenties en andere PR-werkzaamheden. „Het is eigenlijk een mbo-functie. Hopelijk kan ik bepaalde werkzaamheden naar me toe halen, waardoor dit werk beter aansluit bij mijn opleidingsniveau.”

„Een handicap voor mij is, dat ik parttime werk zoek. Wat ik heel duidelijk signaleer is dat er in de Randstad erg weinig parttime vacatures zijn. Fulltime is er nog wel wat meer te vinden. Bovendien wordt er veel werkervaring gevraagd. Doordat ik maar een jaar ervaring heb kunnen opdoen, kom ik minder snel aan bod. Werkgevers leggen de lat hoog.”

De inwoner van Hendrik-Ido-Ambacht ziet bovendien „dat er, áls er al een vacature is, erg veel sollicitanten zijn. Ook bij het Centrum voor Werk en Inkomen (CWI) hoor je dat er weinig vacatures zijn. Dat hoor je echt van meer mensen.”

Het CWI organiseert voor werkloze jongeren in september een banenbeurs. Esther verwacht daar niet zo veel van. „Ik heb gemerkt dat het CWI voor hoger opgeleiden niet zoveel kan betekenen. Je krijgt een persoonlijke begeleider. Die is heel aardig hoor, maar verder dan tips die je zelf kunt bedenken, komt hij ook niet.” Dit bleek onlangs ook uit onderzoek van het weekblad Intermediair. Uit dat onderzoek kwam zelfs naar voren dat er door het gestegen aantal inschrijvingen bij het CWI alleen nog maar minder tijd is voor de werkzoekenden.

Ook het plan van de overheid om een werkgever die een werkloze jongere in dienst neemt en deze bovendien een opleiding biedt, een belastingkorting van circa 1500 euro te geven, biedt Esther weinig hoop. „Voor jongeren die anders geen diploma kunnen halen, vind ik het een prima initiatief. Maar ik geloof niet dat mijn carrièremogelijkheden worden vergroot door zo’n opleidingstraject.”

De werkloosheid onder jongeren is in de afgelopen maanden met bijna drie procentpunten gestegen ten opzichte van vorig jaar. Dat is ruim twee keer zo veel als bij de 25- tot 44-jarigen, bij wie de werkloosheid met 1,3 procentpunt steeg tot 5 procent. In de loop van dit jaar zullen er 40.000 leerwerkplekken voor jongeren bijkomen, waarvan 10.000 in het midden- en kleinbedrijf.

Met deze maatregelen hopen de bewindslieden iedere werkloze jongere binnen een halfjaar weer aan het werk of aan de studie te krijgen, zodat langdurige werkloosheid wordt voorkomen. Op dit moment zit bijna een op de tien jongeren zonder werk. Het kabinet wil de jeugdwerkloosheid niet verder laten oplopen dan tot 10 à 15 procent.

Haar twintig niet succesvolle sollicitaties hebben Esther even doen denken aan een eventuele omscholing. „Nadat ik werkloos werd, heb ik me natuurlijk aangemeld bij een CWI. Ik krijg maximaal zes maanden een WW-uitkering. Daarbij heb ik het recht om een halfjaar op hbo-niveau werk te zoeken. Omscholing heb ik dus voor een halfjaar van me af geschoven. Ik heb niet voor niets geknokt voor mijn opleiding. Ik wil me in mijn eigen vakgebied bewegen.”