Commentaar: Antisemitisme is smet op tolerant Nederland
De CIDI Monitor antisemitische incidenten in Nederland van het Centrum Informatie en Documentatie Israel (CIDI) registreerde in 2010 124 antisemitische incidenten. Een flinke daling van 25,7 procent ten opzichte van 2009, toen de Israëlische militaire operatie in Gaza voor een piek zorgde. Het aantal meldingen ligt, volgens het CIDI, echter nog wel beduidend hoger dan in het rustiger jaar 2008, met ‘slechts’ 108 incidenten.
Het ontbreken van een langdurige crisis rond Israël in 2010 heeft, volgens het CIDI, een rol gespeeld bij deze daling. Opmerkelijk vindt de organisatie het echter dat het aantal antisemitische incidenten in Nederland minder daalde dan in andere West-Europese landen. Alleen in Groot-Brittannië bleef het aantal, net als in Nederland, hoger dan in 2008.
Op zich is het goed om nota te nemen van het feit dat het aantal incidenten daalde ten opzichte van 2009. Tegelijk moeten bij die daling wel diverse, soms heel principiële, kanttekeningen worden gemaakt. De ongeveer 52.000 Joden in Nederland zijn een kleine, kwetsbare groep in de samenleving. Hun geringe aantal en het relatief hoge aantal incidenten maken samen dat antisemitisme relatief gesproken al jarenlang de meest voorkomende vorm van discriminatie in Nederland is. Buiten hun schuld om kan haat en geweld tegen Joden door ontwikkelingen in het Midden-Oosten zomaar een hoge vlucht nemen. Dat is zeer beangstigend voor hen.
Daarbij komt dat de angst onder Joden in ons land niet alleen door dit soort antisemitische incidenten wordt aangewakkerd. Het verbod op de rituele slacht, zoals dat onlangs door de Tweede Kamer is aangenomen, is bij veel Joden ingeslagen als een bom. Zelfs het zo tolerant geachte Nederland blijkt zonder veel ophef een maatregel te kunnen invoeren die door Joden als anti-Joods pur sang wordt ervaren. Want, zo zeggen ze, hierdoor wordt het ons onmogelijk gemaakt onze godsdienst te belijden zoals voorgeschreven door God. En alsof dat niet genoeg is zijn er vooraanstaande burgers die de besnijdenis van jongetjes ter discussie stellen.
Het etiket antisemitisme is de laatste tijd, zeker ook door Joden zelf, wel eens te gemakkelijk op incidenten geplakt. Kritiek op de politiek van de Israëlische regering hoeft beslist geen antisemitisme te zijn, om maar eens iets te noemen. Het omgekeerde is echter ook waar. Velen gaan er prat op dat de maatschappij beschaafd en tolerant is. Toch blijken wij er niet in te slagen om een kleine minderheid van 52.000 Nederlanders afdoende te beschermen. Integendeel, we nemen bij meerderheid maatregelen die bij veel Joden het trauma van de Holocaust levend maken, waardoor ze in een kramp schieten en de ontwikkelingen antisemitisch duiden. Wetend hoe het destijds begon (in 1933 werd in Duitsland het ritueel slachten verboden) en waar het eindigde.
De 124 antisemitistische incidenten zijn er 124 te veel. We zijn het, zeker na wat in de Tweede Wereldoorlog óók in ons land is gebeurd, aan de Joden verplicht hen te beschermen en hun een veilige leefomgeving te bieden. Omdat het ónze Joden zijn die in óns land hun leven moeten kunnen leiden, vrij van vrees en angst.