Nieuwe Franse filosofen timmeren aan de weg
Tijdens de jaren zestig van de twintigste eeuw was Frankrijk een broeinest van spraakmakende revolutionaire filosofen, zoals Jean-Paul Sartre, Michel Foucault en Jacques Derrida. De studentenrevolutie van mei 1968 was daarbij een belangrijke factor, waarin de geest van verzet, revolutionair elan en academische revolte van dat decennium weerspiegeld werd. In de jaren zeventig en tachtig maakte het revolutionaire elan in Frankrijk plaats voor een politieke en filosofische heroriëntatie, waarbij het linkse gedachtegoed en communistische sympathieën in diskrediet raakten, vooral na de verschijning van ”De goelagarchipel” van Aleksandr Solzjenitsyn.
In de bundel ”De nieuwe Franse filosofie” presenteren vier jonge Nederlandse en Vlaamse filosofen 34 denkers. Er is een nieuwe generatie aangetreden met geheel nieuwe thema’s. Het boek geeft geen historische benadering, maar is opgebouwd uit acht thematische clusters rond onderwerpen zoals de herleving van de klassieke, speculatieve filosofie, het denken voorbij de deconstructie (Derrida) en de actuele problematiek van laïcisme en democratie. De nadruk ligt op denkers die op dit moment actief zijn in debatten en theorievorming rond een bepaald thema. Filosofen bevinden zich niet meer in het Quartier Latin, maar aan gevestigde instituten in buitenwijken, terwijl ze internationaal aan de weg timmeren. Iedere filosoof wordt geïntroduceerd met een korte biografie, uitleg van zijn of haar ideeën en suggesties voor verder lezen. Een boeiende bundel die laat zien dat er veel meer is dan de roemruchte periode van Sartre.
Boekgegevens
De nieuwe Franse filosofie. Denkers en thema’s voor de 21e eeuw, door Bram Ieven e.a. (red.) uitg. Boom, Amsterdam, 2011; ISBN 978 94 6105 019 9; 480 blz.; € 32,50.