Ombudsman: Toetsing preventief fouilleren noodzakelijk
ROTTERDAM (ANP) – De officier van justitie moet vooraf gaan toetsen waarom de politie een preventieve fouilleeractie houdt. Dit om te voorkomen dat de fundamentele rechten van burgers, zoals privacy en lichamelijke integriteit, worden aantast.
Dat stellen de Nationale ombudsman en de ombudsmannen van Amsterdam en Rotterdam in een rapport over preventief fouilleren, dat zij donderdag presenteerden. Het preventief fouilleren bestaat in Nederland sinds 2002. Aanleiding was het grote aantal wapenincidenten in enkele stadswijken.
Jaarlijks worden in Amsterdam, Rotterdam en Schiphol ongeveer 50.000 mensen preventief gefouilleerd. Klachten over fouilleeracties zijn er niet. De ombudsmannen constateerden tijdens bezoeken aan fouilleeracties dat het middel „wel erg ingrijpt” in de persoonlijke levenssfeer van mensen. Daarom vinden ze een betere controle om onder meer willekeur te voorkomen noodzakelijk.
Uitgangspunt bij de invoering van preventief fouilleren was dat er zonder aanzien des persoons mensen worden uitgekozen om te fouilleren. „In de praktijk blijkt er echter wel behoefte aan selectie te zijn omdat dat efficiënter is en omdat daardoor minder burgers getroffen worden”, stellen de onderzoekers. „De vraag is wie daarop controleert. De verantwoordelijkheid daarvoor is heel onduidelijk geworden.”
De drie ombudsmannen zeggen begrip te hebben voor de behoefte van de politie om efficiënt te kunnen controleren, maar dan moeten er wel voorwaarden zijn gesteld. „Burgerrechten moeten gerespecteerd worden. Dat betekent dat je vooraf duidelijk moet aangeven met welk doel je fouilleert en welke selectiecriteria je hanteert. Het betekent ook dat je achteraf moet kunnen controleren of een optreden proportioneel was. En of er geen andere mogelijkheden openstonden.”
De preventieve fouilleeracties hebben wel effect. Zo vond de Amsterdamse politie in 2009 bij 75 acties 706 wapens. De Rotterdamse collega’s vonden in datzelfde jaar, tijdens 89 acties, 82 wapens.