Buitenland

VS vragen steun bij bezetting Irak

De Amerikaanse minister van Defensie. Donald Rumsfeld, heeft maandag tijdens een persconferentie gezegd dat Washington zeventig landen om hulp heeft gevraagd voor de bezetting van Irak. „Dat geeft ons de mogelijkheid om een deel van onze troepen af te lossen en de noodzakelijke rust te gunnen”, aldus Rumsfeld.

Van onze correspondent
1 July 2003 11:23Gewijzigd op 14 November 2020 00:24

De bewindsman wilde niet zeggen welke landen om hulp is gevraagd. Acht Europese landen waaronder Nederland hebben al hulp toegezegd. In totaal mikt Washington op 30.000 man aan buitenlandse troepen die de Amerikanen en Britten kunnen versterken en aflossen. De Poolse ambassadeur bij de NAVO in Brussel, Jerzy Nowak, zei maandag overigens dat het „niet zo eenvoudig is om deze buitenlandse troepen bij elkaar te krijgen.”

Een deel van de aarzeling van verschillende regeringen ligt bij de risico’s die buitenlandse troepen in Irak lopen. Tot nu toe zijn 65 Amerikaanse militairen omgekomen, sinds de Amerikaanse president Bush begin mei het „einde van de vijandelijkheden” aankondigde. Uit een opiniepeiling die werd uitgevoerd in opdracht van CNN en USA Today blijken Amerikanen steeds kritischer te staan tegenover het Irak-beleid van hun regering.

Twee maanden geleden verklaarde 86 procent van de ondervraagden „optimistisch” te zijn over de toekomst van Irak en Amerika’s rol daarin. Dertien procent van de ondervraagden was daarover „pessimistisch.” Het percentage optimisten is twee maanden later gedaald tot 56 procent en het aantal pessimisten is gestegen tot 42 procent. Een krappe meerderheid van de Amerikanen verwacht nog wel dat de VS in Irak een stabiele democratie en een gezonde economie kunnen creëren.

Steeds minder burgers verwachten intussen dat men massavernietigingswapens zal vinden. Twee maanden geleden geloofde 84 procent daar nog in. Nu de Amerikaanse en Britse militairen nog steeds niets gevonden hebben, denkt nog maar 53 procent dat die verboden wapens „ooit eens” gevonden zullen worden. De directe dreiging van massavernietigingswapens, die eventueel konden worden toegespeeld aan terreurgroepen zoals al-Qaida, was het belangrijkste argument van Washington en Londen om Irak aan te vallen.

Rumsfeld ontkende maandag dat de Amerikanen in Irak in een nieuw „Vietnamees moeras” terecht zijn gekomen. „Wij zijn niet in een moeras beland en er is ook geen sprake van een guerrilla tegen de geallieerde troepen. Het gaat slechts om terroristen die wij -op termijn- zullen uitschakelen”, aldus Rumsfeld. Hij vergeleek de situatie in Irak met het ontstaan van de Amerikaanse staat. „Ook wij kenden in de overgang van kolonie naar eigen staat ernstige problemen. Was dat een politiek moeras? Ik denk het niet”, zo besloot de bewindsman.

De mensenrechtenorganisaties Amnesty International en Human Rights Watch kritiseerden maandag de manier waarop de Amerikanen in Irak gevangenen behandelen en ondervragen. Eind vorige week verklaarde de Amerikaanse regering dat men „geen wrede methoden zal gebruiken om informatie van gevangenen in te winnen.” Volgens Amnesty en Human Rights Watch is de praktijk in Irak anders.

Men citeert verschillende gevallen van mensen die gevangen werden genomen, werden geblinddoekt en vervolgens dagenlang op hun knieën ondervragingen moesten ondergaan. Daarbij werd hen slaap onthouden, werden zij met fel licht beschenen en belaagd met harde muziek. „Ik had nooit gedacht dat de Amerikanen hiertoe in staat waren”, aldus Khraisan al-Albally, die dagenlang door de Amerikanen werd verhoord. Bij zijn arrestatie werd zijn broer doodgeschoten. Al-Albally heeft intussen een formele klacht tegen het Amerikaanse optreden ingediend.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer