Amerika verbouwt veel minder tabak
Amerikaanse tabaksproducenten denken dit jaar 165.485 hectare voor hun teelt te gebruiken. Dat is volgens het ministerie van Landbouw in Washington een diepterecord sinds 1874.
„Tabak was ooit ons voornaamste exportproduct en het leverde de fondsen om onze onafhankelijkheidsstrijd te financieren. Vandaag de dag echter hebben onze tabaksproducenten het moeilijk”, aldus Thomas Capehart van het ministerie van Landbouw. Capehart maakte deze nieuwe cijfer maandag bekend.
Vooral in de staten Florida, Kentucky, Noord-Carolina, Tennessee en Virginia wordt de tabaksteelt dit jaar beperkt. Er zijn verschillende redenen voor deze ontwikkeling. Er wordt in de eerste plaats minder gerookt in de VS. Verder wordt het roken in steeds meer steden en bij steeds meer bedrijven verboden.
Sigarettenproducenten worden voorzichtiger in hun aankopen, omdat zij rekening moeten houden met vaak massale schadeclaims. Overheden proberen hun verminderde inkomsten uit tabaksaccijns te compenseren door de belastingen op sigaretten en sigaren te verhogen.
Verder geldt in Amerika een quotasysteem voor tabaksproducenten. Telers krijgen een bepaald quotum toegewezen. Zolang zij zich daaraan houden, kunnen zij rekenen op een vergoeding van de overheid als er minder wordt afgenomen of als de prijzen tegenvallen. Jaarlijks worden deze quota echter verlaagd.
Ook wordt de concurrentie van goedkope tabak uit landen zoals Brazilië en Zimbabwe steeds sterker. In het Congres gaan al stemmen op om deze goedkope importen te beperken of te verbieden. Verder willen sommige parlementariërs het quotasysteem beëindigen of dat er als alternatief een ruime braakleggingspremie komt voor telers die een deel van hun land ongebruikt te laten. Sommige producenten proberen het quotasysteem te omzeilen door quota van andere producenten over te nemen, maar dat verhoogt hun productiekosten weer.