In de door de provincie Limburg afgegeven vergunning was niet goed onderzocht wat de gevolgen van de bouw voor de visstand in de Maas zijn.

De uitspraak betekent dat de provincie Limburg haar huiswerk moet overdoen. Tegen de bouw was de vereniging Visstandverbetering Maas in beroep gegaan.

De provincie stelde dat een te verwachten sterfte van 10 procent bij beschermde vissoorten geen grote gevolgen zou hebben voor de visstand, maar de Raad van State mist een goede onderbouwing van dit argument.

De Visstandverbetering wees er eerder op dat de vissterfte in de Maas groter wordt dan die 10 procent omdat er al waterkrachtcentrales in Linne en Lith in de Maas liggen, waar ook vissen vermalen worden.