Zorgen binnen EU over Italië
Het aftreden van de Italiaanse minister van Buitenlandse Zaken, Ruggiero, en de rol van premier Berlusconi in dat verband hebben binnen de EU ongerustheid veroorzaakt over de Europese gezindheid van de centrumrechtse regering in Rome. Berlusconi zelf probeerde zich maandag te presenteren als een overtuigd Europeaan.
De Franse bewindsman van Financiën, Fabius, wil op het hoogste politieke niveau opheldering over de opstelling van de betrokken lidstaat tegenover de Unie. Zijn collega Moscovici van Europese Zaken verklaarde: „Het geluid van Italië binnen de gemeenschap is onduidelijk sinds de komst van Berlusconi. Dit vraagt om een uiteenzetting van diens opvattingen.”
Forse kritiek uitte ook de Belgische minister van Buitenlandse Zaken, Michel. Hij gaf de afgelopen tijd trouwens al diverse malen aan weinig op te hebben met Berlusconi. Hij omschreef het vertrek van Ruggiero als „een overwinning voor de anti-Europeanen.” Michel vreest dat Italië geïsoleerd raakt en waarschuwde dat het kabinet in dat land steeds afhankelijker dreigt te worden van „de extremere en populistische partijen.” Hij verwees daarbij met name naar de minister voor Hervormingen, Bossi, die bekendheid geniet als euroscepticus.
Een woordvoerder van de Europese Commissie onthield zich van een uitgebreid commentaar. Hij benadrukte dat de EU zich niet bemoeit met binnenlandse aangelegenheden. Voorts merkte hij op: „Italië kan niet zonder Europa en Europa kan niet zonder Italië.” De Spaanse bewindsman van Buitenlandse Zaken, Pique, bezigde soortgelijke bewoordingen. „Dit is geen Europese kwestie, maar een Italiaanse”, zei hij in Brussel. Spanje bekleedt in de eerste helft van 2002 het voorzitterschap van de Unie.
Ruggiero, oud-voorzitter van de Wereldhandelsorganisatie (WTO), haalde vorige week uit naar ambtgenoten die weinig enthousiasme toonden over de invoering van de euro. Hij kreeg daarbij geen bijval van de premier. Die liet juist weten dat niet Ruggiero, maar hij zelf de buitenlandse politiek bepaalt. De minister duidde hij aan als slechts de uitvoerder van het beleid. Die besloot in reactie daarop zijn portefeuille ter beschikking te stellen.
Inmiddels heeft Berlusconi aangekondigd dat hij gedurende ten minste zes maanden zelf de post van Buitenlandse Zaken onder zijn hoede neemt. Hij wil in die periode het ministerie drastisch reorganiseren. Hij vindt dat het zakelijker moet gaan opereren en dat ambassadeurs afgerekend dienen te worden op hun prestaties. Hij maant de diplomatieke vertegenwoordigers vooral de export bevorderen en zich minder bezig te houden met in zijn ogen zinloze etentjes en cocktails.
Tegelijk betuigde hij in een interview met de Corriere della Sera steun aan de politieke, economische en militaire integratie in Europa. „De toekomst van ons land is gelegen in een sterker Europa dat naar buiten toe kan spreken met één stem”, stelde hij vast.
Berlusconi, die tevens leidinggeeft aan een mediaconglomeraat, kwam vorig jaar juni aan de macht. Al eerder toonde hij aan dat hij binnen de EU de nationale belangen van Italië nadrukkelijker en agressiever naar voren zal brengen en dat hij geen ondergeschikte rol wenst te aanvaarden. Zo blokkeerde hij op de top van afgelopen december in Brussel een beslissing over de vestigingsplaats van diverse nieuwe instellingen van de Unie, omdat de partners het bureau voor de voedselveiligheid wilden toekennen aan Helsinki en niet aan Parma. Ook hield hij aanvankelijk een besluit over een gemeenschappelijk arrestatiebevel tegen.
De linkse oppositie in Italië hekelt de houding van Berlusconi. Zo zei voormalig minister van Buitenlandse Zaken D’Alema gisteren dat „de nonsens” van de premier de invloed van het land terugdringen en de reputatie schaden.