In de meeste gevallen echter ging het om minder verstrekkende oorzaken, zoals tikfouten en verschrijvingen. Dat zegt een woordvoerster van het NFI zaterdag in een reactie op berichtgeving in De Telegraaf over vermeende fouten bij het werk van het NFI. Ze benadrukt dat het gaat om meldingsoverzichten waarin alle afwijkingen in het onderzoeksproces worden geregistreerd.

Het onderzoeken van DNA-materiaal in strafrechtzaken is een complex en fijngevoelig proces, dat constant met nieuwe technieken te maken krijgt. Dat proces verdient daarom een heel gevoelig meldingssysteem, waarbij wordt geprobeerd echt alles te registreren, aldus de woordvoerster. „In de loop van veertien jaar is DNA-onderzoek zo enorm ontwikkeld. Vergelijk het met het schrijven met een ganzenveer tot het werken met een tablet. Daarom moeten we meer dan zorgvuldig zijn en alles registreren.”

Ze benadrukt dat het instituut al jarenlang in zijn jaarverslagen cijfers geeft over meldingen van zaken die afwijken van het vaste onderzoeksprotocol. „En dat zijn dus niet allemaal fouten. De meeste gevallen gaan over verschrijvingen of verwisseling van een cijfertje. Dat hoeft beslist niet te leiden tot een uiteindelijk aangepast definitief rapport.”