Prinsjesdag onder druk
Op de website Dagelijkse Standaard maakt SGP-voorlichter Menno de Bruyne deze week een mooie start als columnist. Uit vertrouwelijke bron heeft De Bruyne begrepen, zo schrijft hij, dat koningin Beatrix snode plannen heeft. Uit frustratie over het feit dat dit jaar alle beleidsvoornemens en begrotingen voor volgend jaar al ruim voor Prinsjesdag door het kabinet bekend worden gemaakt, en Tweede Kamerleden daar meteen in het openbaar op gaan reageren, zal zij al aanstaande dinsdag, bij wijze van overrompeling, de Ridderzaal onverhoeds binnentreden en de Troonrede niet op de derde, maar op de tweede dinsdag in september voorlezen.
Helaas blijkt het kabinet van dit drieste voornemen al lucht te hebben gekregen, vervolgt de SGP-voorlichter. Premier Rutte overweegt daarom aanstaande maandagavond het Binnenhof geheel te barricaderen.
Vermakerlijk nog dan deze column zijn de reacties erop. Diverse personen laten verbaasd weten dit toch echt niet te geloven. Dergelijke geruchten lijken hun al te sterk!
Dat vertegenwoordigers van een steil calvinistische partij als de SGP over humor en ironie beschikken, komt blijkbaar niet meteen in het hoofd van deze mensen op.
Ondertussen heeft de grap van De Bruyne wel een serieuze spits. Want door het onbestendige en onbeheerste gedrag van de politiek –kabinet én Tweede Kamer– ontstaat dit jaar voor het eerst de situatie dat de koningin op Prinsjesdag moet gaan voorlezen wat héél Nederland dan al weet. Een blamage!
Maar, zal iemand zeggen, is deze situatie dan niet veroorzaakt door de media? Zíj hebben toch in het verleden regelmatig voortijdig uit de Miljoenennota geciteerd, waardoor het kabinet-Rutte dit jaar uit arren moede besloot de stukken dan maar vooraf aan alle media, zonder embargo, in handen te geven?
Dat klopt. Maar wiens schuld is dit? Nieuwszenders als RTL4 konden de achterliggende jaren alleen maar begrotingsstukken vroegtijdig naar buiten brengen doordat ambtenaren, ministers of Kamerleden de Miljoenennota of delen daarvan naar de pers lekten. Dat journalisten vervolgens ijverig hun werk deden, kan hun moeilijk verweten worden. Het is de taak van de media zaken te openbaren; het is de taak van politici om –soms!– zaken achter de haag van hun tanden te houden.
En juist dat lijkt anno 2011 steeds vaker te veel gevraagd. Dat laten de ontwikkelingen van de achterliggende weken duidelijk zien. Besloot het kabinet –ook al geen sterke actie– de Miljoenennota dit keer reeds op de vrijdag voor Prinsjesdag geheel openbaar te maken, met als nadrukkelijke bepaling dat de regering er dan van uit ging dat de Kamer pas op Prinsjesdag op de beleidplannen zou reageren, het parlement gooide meteen roet in het eten. Wat?! Een Kamerlid dat ergens van op de hoogte is, maar níét reageert? Onbestaanbaar. Wij gaan wel degelijk al op vrijdag commentaar leveren op de kabinetsplannen, besloten de fracties dinsdag.
Wat het kabinet vervolgens tot de boze reactie bracht dat het dán volgend jaar de Miljoenennota, zoals in het verleden al eens eerder is gebeurd, pas op Prinsjesdag zelf publiceert.
Is dat laatste een ramp? Ach, er zijn natuurlijk ergere dingen. Maar jammer is het wel. Jarenlang werkten de afspraken tussen kabinet, pers en parlement uitstekend. Media en Kamer kregen op de vrijdag voor Prinsjesdag alle relevante stukken, maar hielden tot het uitspreken van de Troonrede hun kaken op elkaar. Groot voordeel: zowel journalisten als parlementariërs konden in alle rust kennisnemen van de begrotingen, om daar vervolgens na enkele dagen met kennis van zaken over te kunnen oordelen of schrijven.
Maar de tijd waarin de samenleving én de leiders van de samenleving nog deugden als geduld en zelfbeperking in praktijk brachten, is blijkbaar voorbij. In het Twittertijdperk moet elke mening en elke opvatting klaarblijkelijk meteen geuit worden. „Ik vind iets en wil het laten horen. Nu, meteen.”
Die ontwikkeling bedreigt –om nog even op De Bruyne terug te komen– op den duur inderdaad Prinsjesdag, omdat het de derde dinsdag in september reduceert tot een steeds legere huls, waarvan steeds meer mensen zullen zeggen: Schaf maar af, die poppenkast.
Dat laatste zou bijzonder jammer zijn. We hébben immers in ons land van nuchtere kaaskoppen al zo weinig nationale, samenbindende rituelen.