Liefhebber Swart: „Als ik in mijn Saab stap, is alles goed”
Hij heeft er alle vertrouwen in dat Saab het gaat redden. Het Zweedse automerk heeft eerder bewezen te kunnen overleven. Toch? Ondertussen geniet Marc Swart (47) uit Haarlem met volle teugen van zijn kersenrode Saab 900 T16 uit 1984. „Als je eenmaal Saab hebt gereden, wil je niet anders.”
Nee, gerust is Swart er niet op. De problemen zijn er te groot voor, erkent de liefhebber en redacteur van het clubblad van Saab Club Nederland. Maar vertrouwen heeft hij ook. „Je kunt veel van topman Müller zeggen, maar tot nu toe heeft hij Saab boven water weten te houden. Inclusief al die mensen die er werken. Dat is een toch wel een prestatie.”
Wanneer Swart de turbomotor van zijn Saab 900 hoort, vergeet hij even alle financiële problemen in Zweden. „Ik wil niet zweverig of overdreven doen, maar als ik in mijn auto stap, is alles goed. Het klopt gewoon. De vorm van het interieur, de stoelen, de specifieke plek van het contactslot in de middenconsole; dat is Saab.”
In elke andere auto verveelt Swart zich stierlijk. Zeker moderne auto’s bekoren hem niet. Wat ze missen? „Het gevoel dat je iets speciaals rijdt. En blijkbaar herkennen anderen dat. Het is heel frappant dat mensen altijd een gesprek aanknopen als ze horen dat ik Saab rijd. Dan krijg ik spontaan verhalen te horen over een de Saab van opa, oom of neef.”
Zo’n robuuste Zweedse auto koop je niet zomaar. Volgens Swart is het altijd een bewuste keuze. En als je eenmaal zo’n kar rijdt, ben je ook blijkbaar echt verkocht. „Je wilt dan niets anders meer. Sommige clubleden rijden al langer dan 40 jaar Saab en zullen ook nooit anders gaan rijden.”
Zelfs een definitief faillissement van de Zweedse autobouwer kan de echte liefhebber daar niet vanaf brengen. Dat bleek onder meer tijdens de massale ”Saab Support Convoy” in januari vorig jaar, toen het merk voor het eerst in de financiële problemen kwam. Wat bedoeld was als kleinschalig toerritje, mondde uit in een kilometerslange steunbetuiging aan het adres van Saab. Dat zal Victor Müller hebben goedgedaan.
Hij zal het nu weer nodig hebben. Want hoeveel potentiële Saab-kopers zullen nu niet –voor de zekerheid– overstappen op een ander model? Swart is er niet bang voor. „Onderdelen en service zijn ondergebracht in een aparte BV. Dat betekent dat er altijd onderdelen leverbaar zullen blijven. Je kunt met een gerust hart een Saab bestellen.”
Zo’n nieuwe is wel erg modern. Niet bepaald iets voor Swart dus. Maar jawel, voor zijn merk maakt hij graag een uitzondering. Waar hem dat in zit? „In het gevoel. Toen ik een rit maakte in de nieuwe 9-5, klopt het. Ook dit is een speciale auto, met veel details die uit het verleden komen. Saab is ook traditie.”
Aan de ene kant onderscheidt een Saab-rijder zich graag. Het moet anders dan anderen. Tegelijk wil hij ergens bij horen. Daarom is er de Saab Club Nederland, waar liefhebbers elkaar vinden op jaarlijkse bijeenkomsten en verhalen uitwisselen op het online forum.
Er zijn clubleden die meer dan 40 Saabs in hun bezit hebben. Swart houdt het voorlopig bij de kersenrode 900. Die is bijzonder genoeg, vindt hij. „Hij heeft leren bekleding en alles is elektrisch. Dat is bijzonder voor dat bouwjaar. Ook de stoelen zijn, net als in elke andere Saab, fantastisch.”
Het meest in het oog springende detail in het interieur is voor Swart de turbometer. „Die zie je overal terug en ook nog op nagenoeg dezelfde plek.” Saab was de eerste fabrikant die turbomotoren in productie nam. Een eigenheid waar het merk er vele van heeft. Zo ook de aparte plek voor het contactslot in de middenconsole. En wil je de sleutel eruit krijgen? Zet de versnelling dan eerst in z’n achteruit. Waarom? Ach, wie zal het zeggen? Het is een Saab.