Opinie

Commentaar: Fundamentalist soms geuzennaam

Niemand vindt het vandaag de dag aangenaam om neergezet te worden als fundamentalist. De associatie met starheid, onverdraagzaamheid en terrorisme is snel gemaakt. Wie fundamentalist is, past eigenlijk niet meer in onze democratische en tolerante maatschappij.

6 September 2011 11:56Gewijzigd op 14 November 2020 16:28

In de praktijk blijken er echter meer fundamentalisten te zijn dan meestal wordt aangenomen. En er zijn nogal wat mensen die bepaald niet tot die groep willen worden gerekend, maar er in werkelijkheid toch toe behoren. Dat blijkt althans uit de evaluatie van een zogenoemde ”fundi-test” die het dagblad Trouw samen met de Vrije Universiteit heeft gehouden. Nederland scoorde daarbij hoog op deze fundamentalismelijst.

Een van de belangrijkste kenmerken van een fundamentalist is volgens de onderzoekers het feit dat het niet alleen gaat om de leerstellige aspecten van de overtuiging. De levensbeschouwing van een fundamentalist heeft altijd consequenties voor zijn gedrag. Daarnaast is er in zijn geloofs­opvatting een aantal elementen die hij onopgeefbaar acht.

Wie deze laatste twee voorname kenmerken goed bekijkt, moet tot de conclusie komen dat het niet erg is fundamentalist genoemd te worden. Ieder die zijn geloof serieus neemt, zal daaruit consequenties trekken voor zijn doen en laten. Niemand hoeft zich ook te schamen vast te willen houden aan bepaalde opvattingen. Sterker, het valt te waarderen als mensen ergens voor staan. Dan weet je tenminste wat je aan hen hebt.

De negatieve lading die het begrip fundamentalisme heeft, is vooral het gevolg van de duiding die er in de loop van de tijd door de media aan is gegeven.

De term raakte een eeuw geleden in gebruik, toen Amerikaanse christenen door middel van een reeks brochures de grondstukken van het christelijk geloof onder de aandacht van het volk wilden brengen. Daarmee keerden zij zich tegen het modernisme en de heersen tijdgeest. Dat werd niet positief beoordeeld in de media, zeker niet toen midden jaren twintig vanuit fundamentalistische hoek stelling werd genomen tegen het evolutiedenken dat de scholen binnendrong. Hoon en spot waren de fundamentalisten ten deel.

De laatste tien, vijftien jaar is daar een tweede component bij gekomen. Dankzij de opkomst van het moslim­terrorisme, dat vooral gedragen wordt door islamfundamentalisten, is het negatieve imago nog eens versterkt. Terwijl de eerlijke beschouwer van het orthodoxe christendom weet dat gewelddadig optreden uitzondering is.

Dat negatieve imago komt dubbel slecht over doordat in onze maatschappij relativisme en tolerantie als grote deugden worden gezien. De vraag is echter of die opvatting inderdaad zo profijtelijk is voor onze samenleving. Relativisme wil weinig weten van vaste waarden en normen. Daar heeft de samenleving onder te lijden. Er is juist behoefte aan duidelijke regels en toetsingskaders. Inmiddels geeft dat bijna iedereen toe. Maar wie daar probeert aan vast te houden, krijgt vervolgens al snel het stempeltje ”fundamentalist” opgedrukt. Dat lijkt niet plezierig te zijn. Maar soms is een scheldnaam ook een geuzennaam.

Meer over
Commentaar

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer