Opstelten vindt dat de opleiding tot vrijwilliger niet te lang moet duren en dat er zicht moet zijn op interessant werk. De vrijwilligers moeten ook de mogelijkheid hebben zich te blijven ontwikkelen in het politievak. De minister hoopt zo het onbetaald werk bij de politie aantrekkelijker te maken.

Vrijwillige politieambtenaren doen verkeerscontroles, houden toezicht bij evenementen en surveilleren in de wijk. Daarnaast zijn er nog zogeheten volontairs, die in hun vrije tijd administratieve en huishoudelijke klussen voor de politie uitvoeren. Het aantal vrijwilligers komt bovenop de 49.500 agenten die uitvoerend werk doen.

Politievakbond ACP trok deze zomer nog aan de bel over het tekort aan vrijwilligers bij de politie. Oppositiepartijen GroenLinks en SP reageren schamper op de voornemens van Opstelten. Tofik Dibi van GroenLinks noemt meer vrijwilligers een zwaktebod omdat de minister in zijn ogen zich niet houdt aan zijn belofte 3000 echte agenten extra aan te stellen.

SP’er Ronald van Raak vindt het onverantwoord dat vrijwilligers steeds meer politietaken op zich nemen. „Het is goed dat de minister eindelijk erkent dat er veel te weinig agenten zijn, maar het is onverantwoord om deze gaten te vullen met amateurs. Dit is gevaarlijk voor de vrijwilligers en biedt de burgers niet meer dan schijnveiligheid.”