Commentaar: Toekomst christelijke politiek
Na een lang reces beginnen Kamerleden morgen weer met hun parlementaire werk. De omstandigheden waaronder zij dat moeten doen, zijn onverminderd moeilijk. De sociaaleconomische situatie is eerder slechter dan beter geworden. En de machtsverhoudingen zijn nog steeds lastig.
Voor christenpolitici is het politieke bedrijf de laatste jaren bepaald niet gemakkelijker geworden. Enkele jaren gelden hadden ze nog een comfortabel aantal zetels. Sinds de laatstgehouden verkiezingen –juni vorig jaar– bezetten de drie christelijke partijen samen 28 stoelen – dus minder dan een vijfde van alle Kamerzetels.
Dat vraagt met name van het CDA een andere toon in het politieke debat. Konden ze voorheen vaak de koers bepalen, nu moeten de christendemocraten veel meer lobbyen om toch iets gedaan te krijgen. Iedere beschouwer van het politiek bedrijf ziet dat het CDA worstelt met het vinden van een nieuwe aanpak.
Voor de twee andere christelijke partijen is het minder wennen om oppositie te voeren. Uit ervaring weten zij wat dat is. Maar ook zij zijn zoekende.
De ChristenUnie heeft ruim drie jaar lang deel uitgemaakt van de regering. Bij de laatste verkiezingen lijkt ze daar meer voor afgestraft te zijn dan beloond. De zetelwinst bij de verkiezingen van 2006 kon niet worden vastgehouden. Dat heeft de partij gedwongen tot herbezinning op haar koers. De vraag kan worden gesteld of het christelijk-sociale pro- fiel waarvoor deze partij heeft gekozen wel werkt. Binnen de partij zijn er stemmen die erop aandringen dat het christelijke getuigen nadrukkelijker vorm moet krijgen.
Bij de SGP is de stemming minder in mineur. Weliswaar verloor deze partij een zetel in de Senaat, maar in de huidige politieke situatie zijn het juist de staatkundig gereformeerden die het kabinet-Rutte op cruciale momenten aan een meerderheid kunnen helpen. Dat is een positie die de SGP in haar bijna honderdjarige geschiedenis niet heeft gekend. Meer dan ooit lijkt deze partij er dus toe te doen. Natuurlijk biedt deze unieke situatie kansen. Maar het gevaar is dat de partij zich momenteel te veel laat leiden door mogelijke resultaten op de korte termijn en zich daardoor minder richt op de koers voor de lange termijn. In ieder geval is er binnen de SGP bij sommigen sprake van euforie over de huidige machtspositie.
Dat laatste is gevaarlijk. De maatschappelijke tendens wijst duidelijk in de richting van verdergaande secularisatie. Bij niet-confessionele partijen leeft de wens om de ontkerstening ook door te vertalen naar allerlei praktische politieke kwesties. Zo moet niemand de illusie hebben dat de onderwijsvrijheid onaangetast blijft. Dat er momenteel op dat terrein niets gebeurt, betekent slechts uitstel van executie. Zodra de politieke verhoudingen veranderen, zal deze vrijheid ongetwijfeld opnieuw onder druk komen te staan. Dat beseft nog lang niet iedereen.
De enige manier waarop de christelijke politiek in de toekomst betekenis kan houden, is door een uitgesproken christelijk profiel neerzetten. Aanpassen aan de tijdgeest heeft de christelijke politiek in het algemeen meer verlies dan winst opgeleverd.