„Dalen zijn wat dieper voor melkveehouder”
Lekker achterover leunen, 200 koeien in de stal en rustig inkomenssteun uit Brussel vangen? „Geenszins”, reageert melkveehouder Ad Ketelaars uit Dronten op het nieuwe Europese landbouwbeleid. „Ik ga niet alleen blindvaren op die inkomenssteun.”
Ketelaars (33) is zomaar een melkveehouder, die met nieuwe regels te maken krijgt. De Europese ministers hebben afgesproken dat de zogeheten productiesteun verdwijnt en dat boeren straks kunnen rekenen op inkomenssteun. Die wordt bepaald aan de hand van het bestaande aantal koeien of het aantal liters melk en niet op basis van prestaties of productie.
„De stimulans verdwijnt”, erkent ook Ketelaars. Hij heeft in het buitengebied van Dronten een bedrijf met tachtig koeien. „Het maakt niet meer uit of je je best doet of niet. Of ik dan ook achterover ga leunen? Nee, want die steun zal toch gebaseerd zijn of de hoeveelheid melk. Bovendien hoop ik op meer aandacht voor duurzaam produceren en daar moet je ook voor investeren.”
Hoewel ook de melkprijzen worden verlaagd, blijft Ketelaars de toekomst rooskleurig inzien. Hij verwacht wel grotere problemen in andere Europese landen. „Ik zal het niet direct in de portemonnee merken. Maar de dalen zullen door de verlaagde minimumprijs wel wat dieper zijn.” En de pieken ook hoger? „Nou, ik hoop het”, lacht de Drontense melkveehouder.
Ketelaars zegt dat hij trouwens nog moet zien of Brussel de inkomenssteun volledig en ook op tijd betaalt. „Ik ga er niet op blindvaren. Ik blijf me gewoon vasthouden aan de zekerheid van de melkprijs. En als dan dat extra geld komt, is dat mooi meegenomen.”
De Drontenaar spreekt tegen dat de boeren straks een soort uitkeringstrekkers worden. „Er staan wel degelijk prestaties tegenover, want het aantal liters melk zal toch bepalend zijn.” Hij vreest geen massaproductie in andere landen, omdat melk ongeschikt is voor lange transporten. „Koeien zullen hier toch altijd blijven. En melk blijft men altijd drinken.”