Kerk & religie

Indonesische kerkgangers als vaste hotelgasten

Terwijl moslimradicalen in Indonesië met de botte bijl christenen het leven zuur maken, proberen Indonesische zendelingen op hun beurt moslims te winnen voor het Evangelie. De Nederlandse ds. Hekman uit Jakarta leidt hen op. „Alles draait om het krijgen van vertrouwen en vriendschap.”

3 September 2011 10:17Gewijzigd op 14 November 2020 16:27
beeld Panoramio
beeld Panoramio

Dominee Willem Hekman (Stadskanaal, 1935), is sinds 1960 als zendeling actief in Indonesië. Inmiddels runt hij er zes Bijbelscholen, verspreid over verschillende delen van het land: in Medan (Noord-Sumatra), Tangean (Banten), Sosok (West-Kalimantan), Wonogiri (Midden-Java) Ambon (Molukken) en Nabire (Papua). De scholen worden bezocht door ruim 400 studenten. Hekman heeft zijn werk ondergebracht in de stichting Bible Missionary and Work Training Centre (BMW).

Dat het steeds lastiger wordt om als christen in Indonesië te leven, kan Hekman zeker beamen. Grote boosdoeners zijn volgens hem leden van het Forum for the Defence of Islam, een fundamentalistische moslimorganisatie die burgers opjut om zich tegen christenen in hun buurt te keren. „Leden gaan systematisch huisgemeenten langs om te vragen of ze wel een bouwvergunning voor een kerk hebben. Nou, die hebben ze vaak niet omdat de leden samenkomen in een huis.” Hekman vertelt dat zogenaamde ruko’s populair zijn als kerkgebouwtje: een soort winkel met bovenwoning (ruma betekent huis; toko is winkel).

Of radicale moslims gaan bij de buren van zo’n huiskerkje langs en pressen die om een bezwaarschrift in te dienen. Vaak met succes. „De politie kijkt toe en doet veelal niets als vervolgens zo’n kerkje wordt leeggehaald of bezoekers worden bedreigd. Die hopen altijd maar dat het tumult weer overdrijft.” En dat gebeurt meestal ook: de christenen vertrekken vaak naar elders. Zaaltjes in hotels zijn populair als alternatief. „De meeste hotels in Jakarta huisvesten wel twee of drie gemeenten.”

Toch typeert Hekman de gemiddelde Indonesiër nog altijd als „heel toegankelijk.” Niet onbelangrijk als je studenten opleidt tot zendeling. Dat laat onverlet dat Hekman zijn studenten tact bijbrengt bij het benaderen van moslims. Alles draait om het opbouwen van vertrouwen en vriendschap, zegt hij.

Zijn jongens gaan bij zendingswerk steevast eerst de huizen langs, stellen zich voor aan de bewoners en vragen of ze voor hen mogen bidden wanneer er ziekte heerst in een gezin, of als er sprake is van werkloosheid. „Dat werkt, meestal zijn ze welkom.” Pas na drie, vier maanden komt voorzichtig het verzoek of ze iets van een Bijbelkring in hun huis mogen organiseren.

Overigens is Hekmans opleiding praktisch van aard. Tijdens het vierjarige studieprogramma verblijven de studenten op de campus. ’s Ochtends wordt er gestudeerd, ’s middags werken de studenten in de tuin van de school, bedoeld om die financieel zo veel mogelijk zelfstandig te laten zijn. In de weekenden gaan de jongens naar naburige kerkelijke gemeenten om er hand-en-spandiensten te verlenen. Hekmans partnerkerken zijn voornamelijk charismatische gemeenten: pinkster- en baptistenkerken en doopsgezinden.

Het zijn juist deze charismatische groepen die niet uitblinken in tact jegens moslims, waarvoor Hekman zo pleit. Volgens hem zijn het wél de meest behoeftige gemeenten omdat ze overal in het land, tot diep in de binnenlanden, opduiken en wel wat steun van zijn studenten kunnen gebruiken. Tegenover het lawaai dat ze vaak maken –tot ergernis van veel moslims– staat volgens hem dan ook hun persoonlijke uitstraling, en dát maakt hen weer aantrekkelijk.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer