Politiek sterk veranderd na 11/9
Om nu te zeggen dat 11/9 het dagelijks leven van Nederlanders sterk heeft beïnvloed, nee. Natuurlijk was de aanslag op de Twin Towers voor iedereen een overweldigende ervaring. Maar alles ging daarna toch weer gewoon zijn gang.
Voor het Nederlandse politieke klimaat daarentegen vormden de gebeurtenissen, nu bijna tien jaar geleden, het begin van grote veranderingen.
In de eerste plaats werd veiligheid in maatschappij, politiek en bestuur een hot item. Was het voorheen vrij eenvoudig om binnen te treden in het gebouw van de Tweede Kamer of aan te bellen aan de deur van het Torentje, inmiddels zijn hier – ook als gevolg van de moord op Fortuyn– tal van hindernissen aangebracht. Bezoekers aan het parlement worden uitvoerig gescand en het Kamergebouw is voorzien van talloze tourniquets. Ruim voor Ruttes Torentje staat een hoog ijzeren hek.
Maar dat is niet het enige. Heel de politiek en heel het wetgevingsproces zijn sindsdien bevangen door veiligheidskoorts. Tal van wetten die het voor politie en justitie makkelijker maakten op te treden tegen verdachte personen en organisaties, passeerden het parlement. De bescherming van de privacy werd een minder onaantastbaar dogma.
In de tweede plaats kwam de zogeheten multiculturele samenleving zwaarder onder vuur te liggen. Niet dat daar voorheen geen kritiek op was, maar de gedachte dat het samenleven van volstrekt verschillende culturen op één grondgebied bepaald geen ideaal is om naar te streven, won door 11/9 steeds meer veld. Veler ogen gingen open voor de donkere kant van de islam, wat allerwegen de vraag opriep of deze religie wel valt in te passen in moderne democratieën. Door dit alles veranderde ook het denken over immigratie en integratie.
In de derde plaats versnelden de aanslagen in de VS de opkomst van rechtse, populistische partijen. Zeker, ook zonder die terreurdaden zouden Fortuyn en Wilders onder kiezers hun duizenden hebben verslagen. Maar het snelle succes van hun opmars hield ongetwijfeld verband met de door 11/9 ontstane angsten.
De LPF en later de PVV groeiden niet alleen in korte tijd als kool, maar maakten tevens deel uit van een kabinet, respectievelijk gedoogden een kabinet.
Het succes van genoemde partijen leidde vervolgens tot een vierde verandering in het politieke klimaat, namelijk dat de totale landspolitiek een klein stukje naar rechts opschoof. Onmiskenbaar namen ook linkse partijen elementen van het rechtse gedachtegoed in zich op. En door de spectaculaire verschuivingen bij de laatste Kamerverkiezingen ontstond in 2010 het meest rechtse kabinet dat Nederland in jaren had gekend.
Natuurlijk was 11/9 niet de enige factor die al deze veranderingen bewerkstelligde. Dat te beweren zou een versimpeling van de werkelijkheid zijn. Maar de aanslagen in de VS werkten wel als een katalysator op de gang der geschiedenis.
De vraag of genoemde veranderingen Nederland hebben verbeterd, is niet eenduidig te beantwoorden. Zo is de winst van de opkomst van populistische partijen dat een deel van het electoraat dat zich jarenlang niet vertegenwoordigd wist aan het Binnenhof, nu een stem heeft gekregen. Hoe vaak zeggen mensen het niet: sinds Fortuyn ben ik weer geïnteresseerd geraakt in de politiek. Maar het verlies is een jammerlijke vergroving van de politieke omgangsvormen, die zich als een inktvlek over het Binnenhof heeft verspreid.
Dat het gejubel over de multiculturele samenleving is verstomd, is winst. Maar verlies is dat velen van de weeromstuit uitwijken naar het evenmin heilzame Franse secularisme.
En ten slotte: dat we op het gebied van veiligheid onze naïviteit zijn kwijtgeraakt, is winst. Maar een eenzijdige focus op terrorisme als het grootste gevaar dat de mensheid bedreigt, is verlies. Er zijn meer gevaren, en misschien nog wel grotere.
Het gevaar van terrorisme is concreet, acuut, verbonden aan personen, en daarom aansprekend voor politici en burgers. De vergiftiging van onze leefomgeving, of de toenemende antibioticaresistentie daarentegen zijn onzichtbare, geleidelijke processen, maar minstens zo gevaarlijk. Het is verlies als dergelijke, moeilijk grijpbare thema’s onder invloed van de nieuwe tijdgeest door politici als linkse stokpaardjes aan de kant worden geschoven. Want, zoals wel eens treffend is opgemerkt: het milieu ís niet links.