De Kamer reageerde daarmee op de aankondiging van minister Remkes (Binnenlandse Zaken) dat hij niet kan leven met de wijzigingen die de Kamer wil doorvoeren.

De Tweede Kamer wil niet dat de minister kan ingrijpen in een onderzoek van de nieuwe Onderzoeksraad voor Veiligheid, waarvan P. van Vollenboven de beoogd voorzitter is. Dat zou de onafhankelijkheid in gevaar brengen. Remkes wil die bevoegdheid wel om hele vertrouwelijke informatie te kunnen beschermen. Als compromis had Remkes voorgesteld de Tweede Kamer te melden als hij informatie achterhoudt. Ook zou hij van die bevoegdheid zo weinig mogelijk gebruiken. De Kamer vond dit te mager. Alleen CDA en VVD zouden hiermee akkoord gaan.

Remkes zei met het hele wetsvoorstel terug te willen naar het kabinet als de Kamer de wijzigingen erdoor drukt. Dat betekende volgens hem niet dat hij het wetsvoorstel nu intrekt, iets wat zelden gebeurt, maar aanhoudt.

De Kamer voelde zich door deze zware overweging toch zo onder druk gezet dat ze het nodig vindt er nog verder over te denken en praten. Dat kan pas na de zomer. Remkes waarschuwde dat door het oponthoud het risico bestaat dat 1 januari niet wordt gehaald.

De Tweede Kamer gaat later donderdag een motie indienen om Remkes te dwingen de voorgestelde wijzigingen aan de Raad van State voor te leggen. De minister had ook dat vooralsnog geweigerd.