„Het is heel erg gevaarlijk in Afghanistan. We zijn ongerust en ik hou mijn hart vast voor de laatste anderhalve maand. We hopen dat we er goed uitkomen”, zei Kamp donderdag in een debat met de Tweede Kamer over de bijdrage aan de internationale veiligheidsmacht ISAF. Nederland voert samen met Duitsland tot 10 augustus het commando over ISAF.

Onlangs kwamen nog vier Duitse militairen om door een bomaanslag op de autobussen waarin ze reden. Kamp zei dat er sindsdien extra veiligheidsmaatregelen zijn genomen. Zo worden bij de patrouilles elke dag andere routes gereden en op verschillende tijdstippen.

Ook mogen Afghaanse vrachtwagens niet meer langs de ISAF-routes parkeren om aanslagen met autobommen te voorkomen. Verder wordt het aantal troepenverplaatsingen verkleind en gaan de Nederlanders als het niet nodig is niet meer van de basis af.

Nederlandse slachtoffers zijn er nog niet gevallen in Kabul. Wel kwam een Afghaanse tolk om die in een Nederlandse jeep zat. Ook kwamen er al meerdere keren raketten terecht in de buurt van Camp Warehouse, de Nederlands/Duitse basis.

Kamp liet weten weinig te voelen voor een Nederlandse bijdrage aan de zogeheten provinciale reconstructieteams (PRT’s) die onder commando van de Amerikanen binnen de operatie Enduring Freedom in kleine teams van zeventig militairen wederopbouwwerk verrichten in regio’s buiten Afghanistan.

Minister De Hoop Scheffer van Buitenlandse Zaken zei dat het kabinet er wel over nadenkt, maar Kamp liet merken dat hij heel veel twijfels heeft over uitvoerbaarheid van die teams, de veiligheid en de garanties voor eventuele noodevacuatie.

Na 10 augustus blijft er hoe dan ook een klein aantal Nederlanders in Afghanistan: Defensie levert 35 mensen aan het hoofdkwartier van ISAF in Kabul.