Binnenland

Schaapskuddes op randje van de afgrond

EPE – Hij wil zich niet als de zielige schaapherder voordoen, maar zijn beroep leidt tot hard werken voor weinig geld. En als de provincie niet over de brug komt met geld en terreinbeheerders met contracten, moet herder Chris Grinwis (53) zijn kudde opdoeken. „Er zit weinig romantiek in dit beroep.”

Gijsbert Wolvers
1 September 2011 10:50Gewijzigd op 14 November 2020 16:25
Chris Grinwis, op de Tongerense Heide, is somber over de toekomst van zijn kudde. Werkloosheid dreigt. „Welke werknemer wil mij nou nog hebben? Schaapherders zijn eigenwijs, anders redden ze het niet. Bij weer en wind zijn ze aan zichzelf overgeleverd.” F
Chris Grinwis, op de Tongerense Heide, is somber over de toekomst van zijn kudde. Werkloosheid dreigt. „Welke werknemer wil mij nou nog hebben? Schaapherders zijn eigenwijs, anders redden ze het niet. Bij weer en wind zijn ze aan zichzelf overgeleverd.” F

Grinwis beheert met zijn vrouw, Aafke Achterhof, een kudde van in totaal 580 Schoonebeeker schapen, gecastreerde rammen (hamels) en een aantal geiten meegerekend. „We doen dit al 23 jaar, waarvan 20 zelfstandig.”

De zelfstandige schaapkuddes in Nederland lopen gevaar. Grinwis: „Staatssecretaris Bleker heeft de subsidie van 28.000 euro per kudde naar de provincies verschoven, zonder daar geld bij te geven. Daar komt bij dat terreinbeheerders geen geld meer hebben voor het afgrazen van hun terreinen. Dat komt door de kredietcrisis; iedereen moet bezuinigen. Maar als dit zo doorgaat, overleven wij de winter niet.”

Als eerste van zijn werkdag controleert Grinwis de ”dekgroep”, een kluitje met 110 ooien en 4 rammen die grazen in een veengebied bij Epe. 
„Deze groep houden we bewust klein. Anders komen er te veel lammeren. De kosten zijn in de winter al hoog vanwege het voeren, terwijl de kudde niets oplevert.”

Grinwis benadrukte het verschil tussen zelfstandige, bedrijfsmatig geleide en toeristische kuddes. Hoewel ook de laatste lijden onder bezuinigingen, krijgen zij wel toerismegelden en hulp van vrijwilligers. „Dat krijgen wij dus niet. Zij maken van het schapenscheren een feest. Voor mij is het pas feest als het weer is afgelopen.”

Volgens hem is zijn kudde uniek in Nederland omdat zijn vrouw en hij de enige Nederlandse hamelkudde bezitten. „Die leveren meer wol dan ooien. Hoewel je aan de wol ook niets overhoudt.”

Van de vleesopbrengst kan Grinwis evenmin bestaan. „Wij leven van het terreinbeheer. Momenteel graast onze kudde op terreinen van vijf terreinbeheerders: Geldersch Landschap, Natuurmonumenten, Staatsbosbeheer, de gemeente Harderwijk en het landgoed Tongeren.”

Over zandpaden voert de weg naar de krap 400 Schoonebeekers op de Tongerense Heide. De beesten wachten al geduldig achter de afrastering van plastic paaltjes en gaas. Grinwis trekt de paaltjes uit de grond. De schapen krijgen de vrijheid, weliswaar beperkt door de honden Nanouk en Joris. Die rennen als dollen in het rond. „Zij willen dolgraag aan het werk. Ze zijn onvermoeibaar.”

De herder gaat voorop over de hei. De schapen volgen trouw. Hun bellen klinken. Als ze aan het grazen zijn, legt Grinwis Joris aan de lijn en moet hij regelmatig de andere hond corrigeren. „Nanouk, uit!” brult hij. „Anders kunnen de schapen niet grazen”, zo legt hij uit.

Leunend op zijn kluitschep, waarmee hij via een kluitje grond ook de schapen kan corrigeren, belicht Grinwis nog meer kanten van zijn bijzondere beroep. Over Duitsland, waar de schapenhouderij met 3000 kudden veel beter af is. Over de geschiedenis van de Nederlandse schapenhouderij, waarover bijna geen letter op papier staat.

Als de provincie Gelderland niet met geld over de brug komt, valt voor Grinwis’ kudde het doek. Deze week zei gedeputeerde Van Dijk dat de Gelderse schaapskuddes behouden moeten blijven. „Ik ga graag met hem praten”, aldus Grinwis.

Als de Eper schaapherder zijn bestaan zou moeten opgeven, zou dat een nieuwe kras op zijn ziel zijn. „In 2001 is vanwege de MKZ-crisis onze hele kudde afgeslacht.” Een dreigende werkloosheid grijnst Grinwis aan. „Welke werknemer wil mij nou nog hebben? Schaapherders zijn eigenwijs, anders redden ze het niet. Bij weer en wind zijn ze aan zichzelf overgeleverd. Of het nu 30 graden is of onweert. Er zit weinig romantiek in dit beroep. Toch is het prachtig. Wie zou anders voor zo weinig geld zo hard willen werken?”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer