„We gevoelen wel dat de waarheid in het geding was”
„De breuk uit 1953 brengt dezer dagen veel pennen en tongen in beweging. Bij al die aandacht heb ik één ding erg gemist. Wie is er nog begaan met zijn eigen breuk, met zijn eigen dodelijke kwaal? Wie is het erom te doen om van zijn eigen breuk verlost te worden?”
Met deze woorden besloot ds. A. Schultink (Bruinisse) woensdag de jaarlijkse synodevergadering van de Gereformeerde Gemeenten in Nederland. De preses sprak, terugziende op vijftig jaar kerkelijk leven, over zijn „bijzondere verwondering dat de Heere ons nog op zulke wijze heeft bedeeld en dat de waarheid onder ons nog gevonden mag worden.” Over 1953: „We gevoelen wel dat de waarheid toen in het geding was.”
Emeritus predikant ds. F. Mallan opende de vergadering ’s morgens met een overdenking over Jesaja 62:6, „O, Jeruzalem! Ik heb wachters op uw muren besteld, die geduriglijk al den dag en al den nacht niet zullen zwijgen.”
Ds. Mallan keek daarbij terug op het recent gehouden curatorium. Hij zei hoop te hebben gehad „dat de Heere ons klein getal zou willen vermeerderen. Het werk gaat ons te veel worden. Maar het ging niet zoals we hadden gedacht, zoals we hadden gehoopt. Toch gaf de Heere hierop stilte in ons gemoed. En bij Hem zijn geen teleurstellingen.”
Over Jesaja 62:6 zei de emeritus predikant: „Hier is God aan het Woord. Hij zegt: Ik heb wachters gesteld. En daarom gaat ’t niet verkeerd. God stelt Zelf wachters aan. Die mensen gaan dus niet zelf lopen, maar worden tot die arbeid geroepen.”
Terugziende op de breuk uit 1953 zei ds. Mallan: „De gebeurtenissen staan ons nog helder voor ogen. De Heere heeft er Zijn wijze bedoelingen mee dat ik zo oud heb moeten worden. Ik weet precies wat er toen allemaal is gebeurd, en dat was niet altijd overeenkomstig wat er in deze dagen van herdenken soms wordt gezegd en geschreven.”
Veel wordt er nu gesproken over het aanbod van genade, zei ds. Mallan. „We hebben u de weg der zaligheid aan te bieden. Dat is het aanbod van genade. Wat is die weg? De smalle weg, de weg die niemand van nature wil gaan. De weg is nauw die tot het leven leidt. In die weg ligt het ruim en ligt het vast.”