Autovakantie scoort hoog
De auto lijkt deze zomer het meest geliefde vervoermiddel van Nederlanders tijdens hun vakantie. De heilige koe heeft in de vakantieboekingen een marktaandeel veroverd van 51 procent. Na de auto gaan toeristen het liefst met het vliegtuig (42 procent) op reis.
Dat blijkt uit de jongste boekingscijfers (tot 9 juni) die het Algemeen Nederlands Verbond van Reisondernemingen (ANVR) woensdag bekend heeft gemaakt. Vorig jaar kozen evenveel Nederlanders voor de auto als voor het vliegtuig, beide 45 procent.
Het totaalaantal verkochte vakanties door ANVR-reisorganisaties blijft 5 procent achter bij de boekingen in dezelfde periode een jaar eerder. Alleen de autovakanties mogen zich op evengrote belangstelling verheugen als in 2002.
„Het onzekere wereldbeeld, met onder meer de oorlog in Irak en de uitbraak van de longziekte SARS, zorgde er begin dit jaar voor dat er minder vakanties werden geboekt. Nu merken we dat Nederlanders toch besluiten op reis te gaan, maar zij zoeken het dan wel dichter bij huis en kiezen misschien daardoor vaker voor de auto”, licht een ANVR-woordvoerster toe.
Bovendien lijkt volgens de zegsvrouw ook de slecht draaiende economie de kooplust van consumenten op het gebied van reizen te temperen. „Een autovakantie hoeft niet altijd goedkoper te zijn, maar is dat vaak wel voor mensen die met hun hele gezin op reis willen.”
Nederland blijkt de populairste bestemming van autovakanties. Tot 9 juni heeft het ANVR 15 procent meer boekingen geteld voor vakanties met de auto in Nederland dan een jaar eerder. Een derde van de geboekte autoreizen blijft in eigen land.
Frankrijk is met een marktaandeel van 26 procent de tweede vakantiebestemming met de auto. Tot 9 juni hebben Nederlanders echter 12 procent minder autovakanties naar Frankrijk geboekt. Grote groeiers zijn naast Nederland vooral Duitsland, met een plus van 12 procent, en Oost-Europa, waarvoor de belangstelling 25 procent is gestegen.