Bezit terug naar religieuze groepen Turkije
ISTANBUL (ANP) – Turkije heeft een wet aangenomen waardoor religieuze minderheden hun onroerend goed kunnen terugkrijgen. Daarmee wordt één van de grootste juridische problemen van religieuze minderheden in Turkije opgelost.
De wetswijziging, waarop religieuze minderheden en de Europese Unie al jaren aandringen, stond zaterdag in de Turkse staatscourant. De problemen met onroerend goed van religieuze minderheden (in Turkije officieel Grieks- en Armeens-orthodoxen en joden) gaan terug tot 1936. Toen moesten alle religieuze minderheden hun eigendommen en hun bronnen van inkomsten opgeven.
In de jaren zeventig leidde een nieuwe interpretatie van de registraties uit 1936 ertoe dat religieuze minderheden al het onroerend goed kwijtraakten dat ze na 1936 aankochten of door schenkingen in handen kregen.
Religieuze stichtingen mochten bovendien lange tijd geen eigendom op hun naam hebben staan. Een wetswijziging maakte daaraan een eind, maar de staat mocht bijvoorbeeld eigendommen confisqueren als er te weinig gebruik van werd gemaakt. Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens deed de afgelopen jaren verschillende uitspraken die Turkije dwongen religieuze groepen hun onroerend eigendom terug te geven.
Religieuze minderheden krijgen 12 maanden de tijd hun eigendomsrechten te claimen. Onroerend goed - niet alleen kerken en synagoges maar bijvoorbeeld ook begraafplaatsen - dat inmiddels in handen van derden is, zal worden gecompenseerd. Onduidelijk blijft wat er gebeurt met eigendommen die in 1936 niet zijn geregistreerd.