De berg van Pontius Pilatus
Rad voor rad kruipt de tandradbaan omhoog. Dit is de steilste tandradbaan ter wereld: 42 procent, 44 procent, 48 procent. Heus, hij valt niet achterover, dat is nog nooit gebeurd. Door het achterruitje is in de diepte het Vierwoudstedenmeer te zien, met veel in een zonnige ochtendnevel wegglijdende schepen.
De Pilatusberg ligt in Centraal-Zwitserland, ruim 2130 meter boven zeeniveau, in de buurt van de stad Luzern. Vanwege zijn ligging hoog boven de stad wordt de berg ook wel de ”Wachter van Luzern” genoemd.
Zwitserland heeft genoeg bergtoppen die veel hoger zijn, sommige passeren met gemak de 4000 meter, maar de Pilatusberg heeft een mysterie dat geen enkele berg heeft: het verhaal van Pontius Pilatus.
Volgens de overlevering is de Pilatusberg genoemd naar Pontius Pilatus, de Romeinse stadhouder onder wiens bewind Jezus van Nazareth was gekruisigd. Pilatus zou vrij kort na de kruisiging overleden zijn tijdens een verblijf in Zuid-Frankrijk. Of hij zelfmoord had gepleegd, of een natuurlijk dood was gestorven, is altijd onduidelijk gebleven, volgens de legende.
Het was de vraag waar men Pontius zou begraven. In Zuid-Frankrijk wilde men hem niet hebben. Toen week de stoet uit naar omliggende gebieden, maar overal waar men Pontius aan de aarde wilde toevertrouwen, werd men gestoord door hevige stormen.
Uiteindelijk kwamen de doodgravers uit op een ongenaakbare berg in de buurt van Luzern. Daar klom de begrafenisstoet naar boven. Aan de noordhelling lag een bergmeer in de stilte, het Oberalpmeer. Daar vond Pilatus zijn laatste rust. De een beweert dat Pilatus hier netjes is begraven. Een ander zegt dat het lichaam zomaar in het meer is geworpen.
Het verhaal is nog niet uit. Sindsdien zou de toenmalige stadhouder van Judea iedere Goede Vrijdag uit zijn graf opstaan, om onschuldig vergoten bloed van zijn handen af te spoelen. Al meer dan 2000 jaar zou de gekwelde geest van de Romeinse landvoogd Pilatus op deze berg rondwaren. Als het onweert, schijnt men Pilatus nog te horen gillen, hij had zich immers aan een godsmoord schuldig gemaakt. Vandaar de naam: Pilatusberg. En of men dat nu geloven wil of niet, op de Pilatus kan het, als het bar weer is, ontzettend spoken.
Tot in de zestiende eeuw was het verboden om deze berg te beklimmen. Het storen van Pilatus’ zielenrust zou kunnen leiden tot onweer. De Zwitser Konrad Gessner, wetenschapper uit Zürich, maakte in 1555 toch een expeditie naar de Pilatusberg. Hij ontmaskerde de absurditeit van de Pilatuslegende.
Toeristen mijden de berg al lang niet meer. De Pilatus is zelfs een van de grootste toeristische attracties van Centraal-Zwitserland. Men kan op twee manieren de berg op: per kabel- en gondelbaan vanuit Kriens, of met de Pilatusbahn, de bijna 5 kilometer lange tandradspoorweg, vanuit het dorp Alpnachstadt. Met deze baan (die nogal wat kost) ben je in veertig minuten boven. De flinksten gaan natuurlijk lopen, over alpenbloemenweiden, langs afgronden en door bergstroompjes, maar dat vraagt zeker een uur of drie.
Boven op de berg zijn de onvermijdelijke Bratwurst mit Pommes en alle mogelijke toebehoren verkrijgbaar. Er is dus een restaurant met zonneterras, en ook twee berghotels: Hotel Pilatus Kulm uit 1890 en Hotel Bellevue uit 1960. In beide hotels kan men, als de zon is weggezakt achter de toppen van Zwitserland, de nacht doorbrengen. In Hotel Bellevue is de prijs voor twee personen, omgerekend: ruim 400 euro. Daar is dan wel een driegangendiner bij inbegrepen.
Op een van de toppen van de Pilatus, de Esel (2118 meter), hangt een bordje aan de rotswand, met de tekst uit Psalm 66:5: „Kommet her und sehet an die Werke Gottes” („Komt en ziet Gods daden”). Hier zou de grootste atheïst toch heus een deuk in zijn overtuiging moeten oplopen.
Boven op de Esel is het uitzicht enorm, adembenemend bijna. Rondom liggen meer dan zeventig toppen van 2000 meter hoog en meer, waarvan de Eiger, de Mönch, en de Jungfrau wel de grootste zijn. Beneden liggen, alsof het niets is, zes meren naast elkaar.
Halverwege de berg, bij wat heet ”Frakmüntegg”, heeft de mens zich een pretpark gebouwd. Het is zelfs uitgegroeid tot het grootste avonturenpark van deze regio. Men kan hier eten, spelen, rodelen, touwbaanklimmen en abseilen met hindernissen, allemaal op 1400 meter hoogte. Toch wel jammer van zo’n kostelijke berghelling.
Luzern
Luzern, een luisterrijke stad, verscholen in een indrukwekkend bergpanorama, aangeschurkt tegen de flanken van de Alpen, ligt met zijn voeten in het water van het Vierwoudstedenmeer. De promenade langs de meeroever is wereldberoemd. Winkels dragen hier grote namen en zijn peperduur. Grote hotels met het maximale aantal sterren rijgen zich aaneen: Grand Hotel National, Luzernerhof, Palace Luzern, Schweizerhof, allemaal met vorstelijk uitzicht op het meer en op de Alpen. Niets herinnert hier nog aan het eenvoudige vroegere visserdorp Luceria.
Water uit het meer stroomt door de rivier de Reuss als op een plaatje de stad binnen. De Reuss verdeelt de stad in de oude stad en het nieuwe gedeelte. Schuin over de stroom gelegde wandelbruggen verbinden de oude en de nieuwe stad. De oude brug, de Kapellbrücke, is de oudste overdekte houten brug ter wereld. Deze brug werd in 1333 gebouwd als onderdeel van de stadsverdediging. Onder het dak van de brug vertellen beschilderde panelen de levens van enkele patroonheiligen van de stad. De Kapellbrücke werd in 1993 door brand verwoest, maar daarna geheel in oude stijl opgebouwd. Bij de brug hoort een
34 meter hoge, markante watertoren, die in de dertiende eeuw dienst heeft gedaan als gevangenis en folterruimte. Nu is het het meest gefotografeerde cultuurmonument van Zwitserland.
De andere brug, de Spreuerbrücke, ligt meer stroomopwaarts, en is beschilderd met zo’n zeventig schilderingen over een dodendans, waarin de ”man met de zeis” centraal staat.
Kerken heeft Luzern genoeg, maar protestantse kerken zijn er nauwelijks. De drie mooiste zijn de zoet beschilderde Jezuïetenkirche met zijn uivormige torens, liggend aan de Reuss, de Franciscanerkerk met beroemde fresco’s en de rijkst versierde preekstoel van het land, midden in de stad, en de Hofkirche, vlak bij het meer. De Hofkirche, met haar twee omhoogstrevende torens, is de moederkerk van de stad.
De stad is het economische en culturele centrum van Centraal-Zwitserland. Luzern ligt aan de voet van de bergen Pilatus (wel de ‘huisberg van Luzern’ genoemd) en Rigi (de ‘koningin van de bergwereld’). De stad en de streek rond het meer staan bekend als de ”Essenz der Schweiz”, zeg maar: het eigenlijke Zwitserland. Want, zeggen ze daar, nergens vindt men zo veel Zwitserland op zo’n kleine oppervlakte: een stad met een middeleeuwse kern, een meer met de omvangrijkste binnenscheepvaart, en een ongeëvenaard uitzicht op de Alpen. De Gotthardpas en de Gotthardtunnel liggen vlakbij. Italië dus ook.
Er bestaat zelfs een Nederlandse Vereniging Luzern. Om lid te worden, hoeft men niet in Luzern te wonen. Ieder is welkom, als men maar woont binnen een straal van 20.000 kilometer verwijderd van deze bruisende stad aan het diepblauwe meer.