Het zal een wonder zijn als opbouw van Libië goed verloopt
APELDOORN – Libië zit momenteel in het zwarte gat. De komende weken zijn bepalend voor de toekomst van het land. Niemand lijkt er gerust op dat het goed gaat.
„Er is misschien reden tot voorzichtig optimisme”, zegt Adrian Johnson van de Britse denktank RUSI. Veel somberder zou men het nauwelijks kunnen zeggen.
„Het zou een groot wonder zijn als het goed verloopt”, stelt buitenlanddeskundige en publicist Arend-Jan Boekestijn. Gisteren toonden de eerste foto’s hoe de rebellen door het voormalig paleis van Gaddafi trokken. Ze bevestigden het beeld van de wetteloosheid in het land.
Toch is dit het „gouden moment” voor de opbouw van het land, menen sommige deskundigen. Nu leven de mensen nog in de roes van de overwinning en zijn ze optimistisch. „Hoelang dat gouden moment duurt, weten we niet”, zegt Johnson. „Des te beter: Je moet het nú gebruiken.”
Deskundigen dringen erop aan dat de VN-Veiligheidsraad snel een mandaat geeft voor opbouw van het bestuur in het land. „Dat zal vooral bij Europese landen terechtkomen; Italië, Frankrijk en Groot-Brittannië”, stelt dr. Ko Colijn van Instituut Clingendael. „De NAVO zal later weer nuttig kunnen zijn bij de opbouw van het Libische leger.”
Ordebewaking lijkt op korte termijn de hoogste prioriteit te hebben, gezien de plunderingen die her en der plaatsvinden. Colijn verwacht dat deze taak „vooral bij de Arabische Liga en de Afrikaanse Unie komen.”
Er bestaat groot gevaar dat het land in anarchie vervalt, vreest Boekestijn. „Al-Qaida vindt landen met zo’n vacuüm heel aantrekkelijk.”
Levensgevaarlijk zijn bijvoorbeeld de grote hoeveelheden wapens in het land. Elke stoere jongen beschikt ten minste over een kalasjnikov. En soms ook meer, zoals een raketwerper of explosieven voor bommen. Dat is een groot risico. Colijn: „Mensen kunnen dat lange tijd ergens bewaren en op elk moment weer tevoorschijn halen. Toekomstige rebellengroepen kunnen ze ook gemakkelijk verzamelen.”
De VN hebben in vergelijkbare situaties wel ontwapeningsprogramma’s opgezet, vertelt Colijn. „Je kreeg dan een kip of een televisie in ruil voor een automatisch geweer. In sommige landen heeft dit gewerkt, in andere niet.”
De inzet van een politiemacht heeft dus de hoogste prioriteit. Belangrijk is dat de politie optreedt in het algemeen belang en de bevolking geen smeergeld aftroggelt. Johnson: „De politie is er niet voor politieke controle, maar voor de veiligheid. Je hebt kans dat veel vroegere politieagenten vanzelf verdwijnen, uit angst dat mensen iets met hen willen afrekenen.”
Hoe de Overgangsraad zal functioneren, kan niemand voorspellen. Bekend is dat het een mix is van „hele en halve democraten, mensen met een eigen agenda en islamisten”, zegt Boekestijn. „Er is alle reden om bang te zijn dat er onder hen ook ruzie uitbreekt. De moord op hun leider, generaal Yunis, wekt weinig vertrouwen.”
Positief vindt Boekestijn dat de rebellen de „fouten van Irak” willen voorkomen. „Daar werden alle mensen van de oude Ba’athpartij weggestuurd. Begrijpelijk, maar je hebt de bestuurlijke ervaring van die mensen wel nodig. Die fout moet men in Libië niet maken. Hoewel ik begrijp dat het naast elkaar werken van voormalige aanhangers van Gaddafi en rebellen minder vrolijke toestanden kan opleveren.”
Over de nationale eenheid van Libië bestaan –opvallend genoeg– totaal verschillende inschattingen. Sommige deskundigen wijzen op het bestaan van drie verschillende stammen, die onderling zeer verschillend zijn. Boekestijn: „In tijden van stress kan men terugvallen op de stamidentiteit. De lang onderdrukte Berbers bijvoorbeeld zullen vechten voor een betere behandeling, als ruil voor hun aandeel in de bevrijding.”
Johnson schat dit heel anders in. „Er zijn misschien spanningen tussen stammen, maar het land is niet etnisch verdeeld. Wel is er een kloof tussen oost en west.”
De militaire operatie van de afgelopen vijf maanden heeft wel de onmacht van de NAVO laten zien, meent Colijn. „De Fransen en de Britten hebben de meeste vluchten gedaan, met de Amerikanen op de achtergrond. Veertien lidstaten hebben zelfs helemaal niets gedaan. Vooral Amerikanen hebben hier vragen bij. Europa moet in staat zijn problemen in de eigen achtertuin op te lossen.”
Colijn is ervan overtuigd dat de NAVO de VN-resolutie behoorlijk heeft „opgerekt.” Die was bedoeld om de bevolking te beschermen, maar leidde vrij snel tot partij kiezen tegen Gaddafi. „Naar de toekomst toe is dat gevaarlijk. Rusland en China zullen niet zo snel opnieuw ruimte geven aan zo’n resolutie.”
Inhoudelijk heeft hij met dit oprekken geen problemen. „In sommige landen kun je de bevolking alleen beschermen door de machthebbers weg te jagen. Maar juristen denken daar anders over.”
Het verbaast Boekestijn dat niet alleen Frankrijk, maar ook de Nederlandse PvdA vroeg om militair ingrijpen in Libië. „In beide gevallen gebeurde er meer dan de resolutie toestond. Rond Irak was de PvdA tegen. In Libië hoorde ik ze er niet over.”