Commentaar: Zending is barmhartigheid bewijzen
De Gereformeerde Zendingsbond (GZB) houdt vandaag in Doorn zijn honderdste zendingsdag. De GZB, een zendingsorganisatie in de Protestantse Kerk in Nederland, is in de loop van meer dan een eeuw uitgegroeid tot een begrip in hervormd-gereformeerde kring en ver daarbuiten. Ook vandaag zullen weer enkele duizenden mensen in de openlucht met elkaar naar toespraken luisteren van zendingswerkers, met elkaar zingen en elkaar ontmoeten. Wat dat betreft geeft het thema van deze honderdste zendingsdag – ”Samen gezonden”– in twee woorden een goede samenvatting van meer dan een eeuw zendingsgeschiedenis.
Het mag gerust een wonder heten dat er in 2011 in ons land nog steeds diverse zendingsorganisaties zijn die als doelstelling hebben om aan de verre naaste het Evangelie te verkondigen en hulp te verlenen. In een tijd waarin de spanningsboog van mensen uiterst kort is, is het niet makkelijk om enthousiasme te wekken voor de opbouw van een langdurige relatie met mensen die we niet iedere dag tegenkomen op onze socialenetwerksites.
Steun krijgen voor de verkondiging van het Evangelie aan hen die nog nooit van de Bijbel gehoord hebben, is evenmin een gemakkelijke opgave. Voor veel moderne mensen is zending niets anders dan een christelijk synoniem voor kolonisatie. Waarom moet je je eigen opvattingen opdringen aan anderen? En wat hebben mensen in Afrika concreet aan het geloof in Jezus? Komt er daarmee brood op de plank?
Het enthousiasme voor zending taant echter ook in christelijke kring. De uniciteit van Christus, als de enige Weg tot behoud, staat ter discussie. Kunnen we niet veel beter de verkondiging vervangen door hulpverlening en de dialoog zoeken met hen die een ander geloof aanhangen?
Zending is echter niet facultatief. Ze is een opdracht van Christus Zelf. En zendingsorganisaties zijn gemachtigd om namens de gemeenten het zendingswerk uit te voeren. Terecht merkten twee bij de GZB betrokken predikanten gisteren in deze krant op dat het niet gaat om de zendingsorganisaties en de zendingswerkers, maar om het zendingswérk.
Zending heeft alles te maken met barmhartigheid. Het is bewogen zijn met mensen die over de aarde dolen. Opgejaagd door wrede heersers. Mensen die honger en dorst lijden en van wie velen sterven. Soms letterlijk als vee op het veld. Laat niemand denken dat zending bedrijven stopt bij het afleveren van een Bijbel. Zending is ook: helpen, barmhartigheid bewijzen. Zendingsorganisaties zijn er het bewijs van dat Evangelieverkondiging en hulpverlening niet elkaars tegenpolen zijn. Het zijn twee in elkaar gevouwen handen.
In de gelijkenis van de barmhartige Samaritaan vraagt de Heere Jezus aan de Schriftgeleerde wie de naaste geweest is van degene die onder de handen van de moordenaars gevallen was. Zijn antwoord was: „Die barmhartigheid aan hem gedaan heeft.”
Zending is barmhartigheid doen. In daden, maar niet minder door de verkondiging van het verlossende en bevrijdende Evangelie van Jezus Christus. In opdracht van Jezus Zelf. „Ga heen en doe gij desgelijks.”