Opinie

Het gelijk van Bijbelse principes

Het smaldeel van ons volk en zelfs van de gereformeerde gezindte dat zich in alles laat gezeggen door het heilig en onfeilbaar Woord des Heeren wordt steeds kleiner. Inzichten als zouden Bijbelse motieven tijdgebonden zijn, winnen ook onder ons steeds meer terrein. In toenemende mate raken ook wij onder de indruk en de invloed van zogenaamd wetenschappelijke argumenten en inzichten.

Prof. dr. W. J. op ’t Hof
26 August 2011 10:31Gewijzigd op 14 November 2020 16:19

Dat God Zijn hand in de geschiedenis heeft en dat Hij het daarin opneemt voor de Zijnen, kun je toch niet meer met goed fatsoen zeggen? Daarvoor is de geschiedenis toch veel te complex? Als de Bijbel ertoe oproept om uitsluitend het vertrouwen op de Heere te stellen en geen verbonden te sluiten met heidense naties, is dat iets wat voor onze tijd toch niet meer van kracht kan zijn? De wetten van de (internationale) politiek vereisen toch een geheel andere strategie?

’s Zondags luisteren reformatorische mensen nog wel naar de Bijbelse geluiden, maar met ingang van de maandag weten ze er veelal geen raad mee, omdat de zogenaamde werkelijkheid heel anders is. Allerwegen is er een grote verlegenheid onder ons constateerbaar voor wat de houdbaarheid van Bijbelse en overgeleverde inzichten betreft. Openlijk of heimelijk wordt daar steeds meer afstand van genomen.

Op zichzelf is er niets mis met echte wetenschap, maar wanneer zogenaamde wetenschappers zich in hoogmoed verheffen tegen God en zelf als god willen optreden, is het wel mis en treedt God op.

Toen het menselijk geslacht na de zondvloed sprak: „Kom aan, laat ons voor ons een stad bouwen, en een toren welks opperste in den hemel zij, en laat ons een naam voor ons maken”, kwam God tussenbeide en verwarde de spraak. Sindsdien stond de toren van Babel daar als een uiting van de kunde van de mens, maar gezien de onvoltooide vorm daarvan, nog meer als een bewijs van het optreden van God.

Wij hebben de ruimtevaartprogramma’s van de grote mogendheden gehad. Astronomische bedragen zijn daarin gaan zitten, sublieme staaltjes van menselijk intellect hebben ze opgeleverd, maar ze gaan nu geruisloos ter ziele. De God van Genesis 11 is Dezelfde als van de 21e eeuw.

Enige jaren geleden heb ik zelf een hoogleraar in de economie vol overtuiging horen beweren dat er een beslissend keerpunt in de wereldgeschiedenis was aangebroken. Daarvóór hadden we altijd een economie van golfbewegingen. Hoogtepunten werden altijd afgewisseld met inzinkingen. Volgens de bewuste hooggeleerde heer was dat toen echter voltooid verleden tijd. De economie zou voortaan alleen nog maar omhooggaan.

Toen ik die beschouwing hoorde, was ik begaan met die man: hij geloofde in zijn eigengemaakte afgod. Zo’n optimistische toekomstverwachting staat haaks op het Bijbelse Godsbeeld. Heeft de ruimtevaart nog iets nagelaten aan uitvindingen, die zogenaamde nieuwe economische orde bleek een fata morgana te zijn.

Recent hebben Nederlandse wetenschappers ons volk voorgehouden dat de medische wetenschap nu zo ver gevorderd is dat de kinderen van nu in de toekomst gemiddeld 150 jaar zullen worden. Amerikaanse geleerden maakten het nog bonter. Binnen vijftig jaar zouden mensen honderden jaren oud worden. Als dit niet de herhaling van Genesis 3 en 11 is, weet ik het niet meer. En daarom durf ik ook op grond van de Bijbel te zeggen dat deze toekomstvoorspellingen zeepbellen zullen blijken te zijn.

Het belangrijkste argument voor de Europese eenwording is altijd de economie geweest. Tot in onze eigen gezindte toe werden zij die op gefundeerde, Bijbelse bezwaren wezen, genegeerd en weggezet als mensen die niet meer van die tijd waren. Wat maken we nu mee? Partijen die zich bepaald niet aan het Woord van God conformeren, lopen voorop in het ontmaskeren van de Europese mythe.

Ook als Nederland hebben wij het verwacht van de euro. God spot kennelijk in onze dagen met alle economische en politieke wetenschappen en zegt: Ik ben God en zal Mijn almacht tonen. De euro die ons als een luchtschip de hoogte in zou brengen, wordt een molensteen die ons in de zee van eigenwijsheid versmoort.

Terug naar de Bijbel. Eenieder wiens gedachte- en belevingswereld door genade Bijbels vernieuwd is, ziet God Zich in de 21e eeuw net zo helder vertonen als in de Bijbelse tijd. Toen strafte Hij kennelijk alle opgeblazen hoogmoed en eigendunk. Nu blaast Hij niet minder in alle zogenaamde wetenschappelijke pretenties en technische hoogstandjes.

Wat leert ons dat? Dat wij ons hebben te wachten voor geloof in de wetenschap. Geloof moeten wij uitsluitend reserveren voor de God van Abraham, Izak en Jakob en voor de Vader van de Heere Jezus. Dit betekent niet dat wij de wetenschap moeten negeren of minachten. Vroeger is dat wel met alle goede bedoelingen gebeurd. De mens zou nooit op de maan kunnen komen. Nou, die is er dus wel geweest. Maar het is ook gebleken dat wij daar niets te zoeken hebben.

Een tweede les is dat ook wij als reformatorische christenen in ons dagelijks bestaan de economie onder God moeten plaatsen. Concreet houdt dit mijns inziens onder andere in dat de economie van het meer ingewisseld wordt voor die van het genoeg.

In het Oude Testament moest Israël uitdrukkelijk afzien van het maken van verdragen met heidense koningen. Naar mijn vaste overtuiging dient deze Bijbelse werkelijkheid consequenties te hebben voor christelijke buitenlandse politiek. Een derde les is dus: het mes in de Europese Unie.

De auteur is predikant van de hersteld hervormde gemeente te Urk en bijzonder hoogleraar aan de VU te Amsterdam vanwege de Hersteld Hervormde Kerk.
Reageren aan scribent? goedbekeken@refdag.nl

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer