Kerkelijke jongeren staan in de wereld van morgen steeds vaker alleen. In hun studie en werk zullen ze moeten verantwoorden waarom ze naar de kerk gaan. De westerse samenleving omarmt het pluralisme als nieuwe religie: ieder moet kunnen geloven wat hij of zij wil. Er is geen absolute waarheid. Een beroep op de Bijbel wordt ronduit verfoeid. Christenen krijgen kritische vragen voorgelegd over God, over het lijden in de wereld, en over de pretentie van christenen dat zij alleen de waarheid hebben. Hoe moet je daarop antwoorden? Kun je redelijke antwoorden geven op de vragen over het geloof?

Om jongeren en ouderen te helpen, heeft ds. M. J. Kater een waardevol boekje geschreven. Het is een apologetische publicatie, een verdediging van het christelijk geloof. De auteur neemt zijn uitgangspunt in 1 Petrus 3:15: „Zijt altijd bereid tot verantwoording.” Verantwoording heeft het woord ”antwoord” in zich. Het betekent: antwoord geven op kritische vragen, redelijke argumenten aandragen voor het gesprek met andersdenkenden. Het waardevolle van dit boekje is dat de auteur in de huid van andersdenkenden kruipt en tot nadenken prikkelt. Ongeloofsvragen over de schepping, wonderen in de Bijbel, over God en het kwaad komen eerlijk aan de orde. Daarbij zoekt hij „ontmoetingspunten”, zoals de apostel Paulus dat deed op de Areopagus. Er zijn allerlei redenen om te geloven dat God er is en dat de Bijbel dé godsopenbaring is. Tegelijk zegt de schrijver: „Wij belijden met eerbied gesproken geen God naar mensenmaat. Laten we niet behoren tot de mensen waarvan iemand zei: Ze praten over God alsof ze Hem kunnen ontleden en over Hem kunnen beschikken”.

Het bijzondere van dit boekje is dat het voor alles de Schrift en de belijdenis wil naspreken. Er verschijnen vandaag nogal wat apologetische boekjes waarin een sterk appel wordt gedaan op wat een christen moet doen, terwijl over de majesteit en heiligheid van God niet wordt gerept.

Ds. Kater benadrukt dat de Geest herschept tot een nieuw leven en dat Hij vanuit de geestelijke dood tot geestelijk leven brengt. Wij kunnen andersdenkenden niet overtuigen. Wél wil de Heere de middelen zegenen. Het gesprek met de ander kan Bijbelse zaken verhelderen en stimuleren tot Bijbelonderzoek. Om de ander te begrijpen, moeten we beginnen met luisteren. Het gebed kan daarbij niet worden gemist. „Zonder het gebed klinkt de verantwoording van het christelijk geloof als een hol vat.” De auteur sluit af met een epiloog over het spreken zonder woorden. Hoe is onze levenswandel? Naar het voorbeeld van de eerste christenen, zoals vertolkt in de brief aan Diognetus?

Eén kanttekening wil ik maken. Bij een volgende uitgave lijkt het me waardevol om een hoofdstuk toe te voegen over het unieke van het christelijk geloof te midden van de wereldgodsdiensten, en dan met name in relatie tot de islam. Het is belangrijk om jongeren daarvoor bouwstenen aan te reiken.

De inhoud van dit boekje komt dicht bij het eigen hart. Er komen nogal wat vragen langs die ook door kerkelijke jongeren worden gesteld. Aan hen kan de inhoud van deze uitgave antwoorden geven. Een waardevolle uitgave om zelf te bestuderen en te bespreken op gesprekskringen en cursussen.

Boekgegevens

”Geloof je dat nu echt? Antwoorden op kritische vragen over het christelijk geloof”, door ds. M. J. Kater;
uitg. De Banier, Apeldoorn, 2011; ISBN 978 90 336 3030 9; 187 blz.; € 9,95.