Duistere hand zoekt oorlog tussen Egypte en Israël
DAMASCUS – Israël kreeg vorige week te maken met de zwaarste aanvallen sinds jaren. In de daaropvolgende chaos werden enkele Egyptische soldaten gedood door Israëlische troepen, wat de ernstigste diplomatieke crisis tussen Egypte en Israël sinds 1979 veroorzaakte. Sindsdien is de situatie aan de zuidgrens van Israël buitengewoon gespannen.
Een nauwkeurige analyse van de gebeurtenissen op deze 18e augustus maakt duidelijk dat er sprake was van twee verschillende soorten terroristische aanvallen. Enerzijds werden er aanslagen gepleegd op Israëlische doelen door Palestijnse militanten uit Gaza die via de Egyptische Sinaï Israëlisch grondgebied waren binnengedrongen. Anderzijds echter werden in de Sinaï zelf aanvallen uitgevoerd door Egyptische militanten op Egyptische politieposten. Deze aanvallen waren duidelijk gericht tegen de Egyptische staat en niet tegen Israël. De enige verbindende factor bij deze twee verschillende reeksen van aanslagen blijkt de Sinaï te zijn.
De Egyptische Sinaï is het woongebied van bedoeïenenstammen die vijandig staan tegenover de Egyptische staat. Voormalig president Mubarak trachtte de situatie in de Sinaï beheersbaar te houden door het voeren van een schrikbewind. Met de regelmaat van de klok werden grote aantallen bedoeïenen opgepakt en gearresteerd, wat veel kwaad bloed zette bij deze bedoeïenenstammen, die zich gemarginaliseerd en gediscrimineerd voelden. Sinds de Israëlische blokkade van de Gazastrook in 2007 waren het met name deze bedoeïenen die de smokkel organiseerden via de vele onderaardse tunnels die Gaza met de Sinaï verbinden.
Sinds het vertrek van president Mubarak is het wetteloosheid troef in de Sinaï. Politieposten zijn aangevallen en in brand gestoken en het aanwezige personeel werd vermoord of is gevlucht. Sindsdien heerst in de Sinaï de wet van de jungle. Dit is precies het milieu waarin een organisatie zoals al-Qaida gedijt. Bovendien wisten in de chaos, die begin dit jaar in Egypte ontstond, duizenden vaak gevaarlijke islamisten uit Egyptische gevangenissen te ontsnappen. Velen van hen vonden hun weg naar de Sinaï, waar ze veilig waren omdat hier sinds 25 januari ieder staatsgezag ontbreekt.
Op 29 juli, toen het Tahrirplein in Caïro zich vulde met demonstrerende salafisten, vielen honderden zwaarbewapende militanten in de Sinaï politieposten aan. Ze zwaaiden met zwarte jihadvlaggen en strooiden folders uit die een verklaring bleken te bevatten van ”al-Qaida op het Egyptisch schiereiland” – de Sinaï. Er bestaat grote vrees dat al-Qaida momenteel in de Sinaï op grote schaal bedoeïenen aan het ronselen is. Vooral omdat de bedoeïenen erom bekendstaan hun diensten aan te bieden aan degene die hier genoeg voor betaalt.
Het laatste ingrediënt in deze complexe situatie betreft het besluit enkele maanden geleden van de nieuwe machthebbers in Caïro om de grensovergang tussen Egypte en de Gazastrook open te stellen voor personenverkeer, waardoor Palestijnse militanten ongehinderd naar de Sinaï konden reizen. Aldus ontstond er in de Sinaï een explosieve, onhoudbare toestand die Israël steeds meer zorgen baarde.
Het gegeven dat de recente aanslagen op Israëlische doelen werden uitgevoerd vanuit de Egyptische Sinaï lijkt erop te wijzen dat het de vooropgezette bedoeling was een crisis tussen Israël en Egypte te veroorzaken. De aanslagen werden gepleegd door Palestijnse militanten uit de door Hamas bestuurde Gazastrook. Het lijkt weinig aannemelijk dat deze militanten hun acties zonder medeweten van Hamas konden voorbereiden.
De afgelopen weken zijn berichten uitgelekt dat Hamas lijdt onder financiële problemen, omdat Iran de financiering van Hamas zou hebben stopgezet. Iran zou namelijk boos zijn omdat Hamas zich tot op heden stil heeft gehouden rondom de crisis in Syrië en geen steun hebben uitgesproeken voor het Syrische regime. Velen vreesden reeds dat Iran zou proberen een oorlog uit te lokken tegen Israël om de aandacht af te leiden van de crisis in Syrië. Het verrassende is slechts dat de problemen onstonden aan de Israëlische zuidelijke grens en niet in het noorden. Zo werden er echter twee vliegen in één klap geslagen.
Het veroorzaakte enerzijds een crisissituatie tussen Israël en Egypte, waardoor Egypte in het door Iran geleidde anti-Israëlkamp terechtkwam. Dit zou zelfs uiteindelijk kunnen resulteren in het opzeggen van het vredesverdrag tussen Israël en Egypte.
Anderzijds echter onderstrepen de problemen aan de Israëlische zuidgrens het grote belang voor Israël om niet ook tegelijkertijd problemen in het noorden te hebben. Het Syrische regime heeft er sinds 1973 voor gezorgd dat het rustig was en bleef, en het is van vitaal belang voor Israël dat deze situatie zich niet wijzigt.