Agrarisch vastgoed in zwaar weer
NIEUWEGEIN – Varkensboeren hebben het moeilijk en er is weinig vraag naar hun bedrijven. Pluimveehouders zitten in hetzelfde schuitje. Ook paardenbedrijven gaat het niet voor de wind.
Het vastgoed op het Nederlandse platteland blijft een moeilijke markt. Kopers gedragen zich afwachtend, banken zijn kritisch. Verbetering lijkt zich de rest van het jaar niet aan te dienen. Dit weinig optimistische beeld is af te leiden uit het dinsdag gepresenteerde halfjaarbericht van NVM Agrarisch & Landelijk Vastgoed.
Milieu- en dierenwelzijnseisen vragen grote investeringen van agrariërs. Wie niet meegaat in de tendens van schaalvergroting of specialisatie krijgt het heel moeilijk.
Met name varkensboeren zitten in de hoek waar de klappen vallen. Veel boeren stoppen met hun bedrijf. Het is de verwachting dat deze trend door zal zetten. Datzelfde beeld geldt voor pluimveehouderijen. Ook in deze sector stoppen veel ondernemers. Vervolgens kunnen zij hun bedrijf moeilijk verkopen.
Ook paardenbedrijven zitten in de verdrukking. Het aantal te koop staande paardenbedrijven is fors toegenomen. De slechte markt voor paardenbedrijven is onmiskenbaar het gevolg van de crisis, aldus NVM. In tijden van bezuinigingen verminderen of schrappen consumenten luxe-uitgaven zoals paardrijden. Maneges en pensions zijn hierdoor in financieel zwaar weer beland.
De marktontwikkelingen in de glastuinbouw zijn eveneens zorgelijk. Dat komt door moeizame financieringsmogelijkheden, lage opbrengstprijzen voor producten en gebrek aan vertrouwen in verbetering. Een deel van de tuinders heeft te maken met gedwongen verkopen.
Er zijn echter ook sectoren in de landbouw die de dans lijken te ontspringen. Bijvoorbeeld de akkerbouwers. Zij profiteren van de op peil gebleven aan- en verkoop van bedrijven. Akkerbouwers willen extra grond en durven door goede opbrengsten ook te investeren, signaleert NVM. In Zeeland en Noord-Holland zijn de perspectieven zelfs goed te noemen. NVM constateert schaalvergroting in genoemde provincies.
In de melkveehouderij lopen de zaken evenmin slecht. Door het gunstige melkquotum krijgen boeren relatief goede prijzen.
NVM constateert dat er veel belangstelling is voor „losse grond.” Landelijk is er een toename van de vraag naar losse percelen. Vooral melkveehouders en boomkwekers zouden interesse tonen.