Cultuur & boeken

Man gaat voor op de trap

25 June 2003 13:07Gewijzigd op 14 November 2020 00:24

Mede Titel: ”Zakelijke etiquette. De sleutel tot succes”
Auteur: Magda Berman
Uitgeverij: Tirion Uitgevers, Baarn, 2003
ISBN 90 4390 172 5
Pagina’s: 160
Prijs: € 14,95. Hoe zit het ook alweer? Bestek pakken we altijd van buiten naar binnen. Dat is nog wel te onthouden. Maar wat mag er precies worden gedaan met het servet? En wat vooral niet? Welke kleding is passend op die zakelijke receptie? En wanneer komt het visitekaartje eraan te pas? Voor, tijdens of na een gesprek? „Zakelijke etiquette is geen wet, maar wel degelijk een sociaal smeermiddel.” Ook gemakkelijk te onthouden: een man gaat voor op de trap.

Het is even na zessen wanneer het verkeer op de provinciale weg in de buurt van Krommenie volledig vastloopt. Een ongeval met alleen wat blikschade dreigt (een deel van) het avondprogramma van heel wat mensen in de war te sturen. Hoe nu te handelen? De training over zakelijke etiquette in Bergen door specialiste Magda Berman begint om zeven uur. Klokslag. Te laat komen is in dit geval een bijzonder onaantrekkelijke optie.

Aangezien aandacht voor het verkeer in een stilstaande auto niet direct door de wet wordt vereist, kan Bermans jongste pennenvrucht open: ”Zakelijke etiquette. De sleutel tot succes”. Het staat ergens halverwege. „Op tijd komen is belangrijk, tenminste in onze westerse cultuur.” Dat wordt een aardige entree zo meteen.

Geen strenge schooljuf
Maar de auteur biedt oplossingen! „Dreigt u onverhoopt toch te laat te komen, dan probeert u dat van tevoren -met een inschatting van de tijd die u later komt- al te melden door op te bellen via de mobiele telefoon, vanuit een benzinestation, vanaf het perron of op uw vorige bezoekadres. Kortom, mogelijkheden te over.”

Waar is het mobiele nummer van Berman? In de agenda. Helaas, ze heeft haar voicemail aanstaan. Praten tegen een bandje lost niets op. Het telefoonnummer van de trainingslocatie dan. Nergens te vinden. En KPN bellen is ook zo wat. Gevolg: stress. Nergens voor nodig, blijkt achteraf. Magda Berman (geboren in 1947) is bepaald niet een strenge schooljuf die overtreders van de door haar verzamelde regels en voorschriften -’t was toch een vol kwartier- fijntjes op hun nummer zet. Dat zit niet in haar karakter en het is ook nog eens tegen de etiquette.

Magda verzorgt tegenwoordig tal van trainingen en lezingen, via haar eigen Instituut Magda Berman. Ze begon haar carrière als journalist bij bladen als Libelle en -toen nog- Elseviers Weekblad. ”Human interest”-achtige onderwerpen boeiden haar, ook veel medische artikelen vloeiden uit de pen.

Begin jaren tachtig kreeg ze -samen met twee collega-journalisten- het verzoek een naslagwerk over etiquette te schrijven. Veel zin had Magda daar niet in. Etiquette, dat is immers een saai onderwerp. Gaandeweg de klus kreeg ze de smaak te pakken. „We hebben ontzettend veel veldwerk gedaan. We bezochten restaurants, namen een kijkje bij het leger en praatten met leden van de hofhouding van het Koninklijk Huis.” Een en ander resulteerde in ”Zo hoort het nu, etiquette voor de jaren tachtig”, een naslagwerk over correcte omgangsvormen. Er volgden meer publicaties, waaronder ”Etiquette Geheugensteun Verloven en Trouwen”.

Nu dus een boek voor de zakelijke kant van Nederland. Geen overbodige luxe, meent de auteur. „Goede manieren worden op prijs gesteld. Vooral in tijden dat het economisch wat minder gaat, is het belangrijk dat medewerkers op dit front geen steken laten vallen. Dat kost namelijk klanten.” Mensen zijn en blijven de visitekaartjes van een bedrijf, doceert Magda. „Slordige omgangsvormen en onbehoorlijke manieren staan al gauw synoniem voor slordig zakendoen. Dat is misschien een vooroordeel, maar zo werkt het wel.”

Daar komt nog bij dat de tijd meer dan ooit rijp lijkt voor etiquette. „Steeds meer mensen zijn de verharding en de vervlakking in de maatschappij beu. De discussie over normen en waarden die premier Balkenende heeft aangezwengeld, komt niet zomaar uit de lucht vallen. Dit leeft. Ik spreek veel zakenmensen die zeggen: Als ik nou eens bij mezelf begin, dan geef ik in ieder geval het goede voorbeeld.”

Oogst aan vragen
Uit de oogst aan vragen en opmerkingen tijdens haar lezingen destilleerde Berman een aantal onderwerpen waar de zakenman en -vrouw zijn of haar voordeel mee kan doen. „Ik bespreek ze kort en krachtig, omdat ik weet dat zakenmensen dikwijls niet in de gelegenheid zijn ellenlange teksten te lezen en liever bondige informatie onder ogen krijgen.”

Het boek is doorspekt met anekdotes, praktijkgevallen en -om in de woorden van de auteur te blijven- blunders. De laatste hebben een hoog glimlachgehalte, maar blijven des te beter hangen: „Steeds als ik een bepaalde zakenrelatie aan de telefoon had, sprak ik de persoon aan met ”mevrouw” vanwege het hoge stemgeluid”, bekende een verkoopleider in keukenapparatuur. „Maar toen ik de persoon in kwestie voor het eerst daadwerkelijk ontmoette, bleek het een man te zijn.”

Berman zorgt dat het niet bij de glimlach blijft. Haar boek is vooral oplossingsgericht. Zo zal het hoofdstuk met kledingtips voor heel wat mensen nieuws bevatten. Dat schoenen met spekzolen niet kunnen en sportsokken onder een kostuum evenmin, is wel bekend. Maar áls een man kousen draagt, dan graag tot onder de knie, zo leert het boek. „O wee, als ze hun benen over elkaar slaan, dan wordt er doorgaans een spierwit been zichtbaar, met ergens onderaan zo’n sok met een lubberrandje.”

Ook voor vrouwen zijn de valkuilen legio. Te korte rokken zijn niet elegant, afgetrapte (naald)hakken doen het niet echt en met allerlei rinkelende sieraden scoort niemand. Wat ook niet door de beugel kan: „Te strakke kleding zodat alle onderliggende rolletjes te zien zijn.” Enzovoort, enzovoort.

Heel alledaagse zaken zoals groeten en begroeten komen eveneens aan bod. De bedrijfscultuur is van belang voor de manier waarop dat gebeurt: Hallo of goedemorgen. „Dat is niet iets om krampachtig over te doen, maar je moet wel even weten hoe het in dat bedrijf gaat.” Iemand voorstellen en het noemen van de naam is ook zoiets. „De hogergeplaatste neemt het initiatief bij de lagergeplaatste, de oudere bij de jongere en de vrouw bij de man. (…) En degene die het initiatief neemt, steekt ook als eerste de hand uit.” Vooral wat impulsievere en spontanere types zullen zich daarin moeten trainen…

En dan die trap. Laat je als heer een dame nu voorgaan of niet bij het naar boven lopen? Nee dus. Magda: „Dat is een oude regel. Vroeger raakten mannen bij wijze van spreken al opgewonden bij het zien van een blote enkel. Tegenwoordig is het nog steeds wel zo elegant wanneer een dame in rok de man volgt.” En naar beneden? Idem dito. „De man gaat voor, om haar voor een val te behoeden.”

Bierglazen door de lucht
Sommige etiquetteregels zullen met name de jonge garde overdreven in de oren klinken. Moest een man vroeger als eerste de gelagkamer betreden om te kijken of het veilig was voor zijn dame, tegenwoordig vliegen er toch weinig bierglazen meer door de lucht in restaurants? „Ik kan me dat wel voorstellen, ja. Maar etiquetteregels moeten ook niet te veel worden opgevat als een wet. Het is een sociaal smeermiddel.”

Veel omgangsvormen zijn al heel oud. Honderden jaren geleden schreef de ceremoniemeester van Karel de Stoute al een boekje over tafelzeden. „Krab niet op uw hoofd, lik niet uw bord af, veeg niet uw vette handen af aan het tafelkleed, probeer zo veel mogelijk onsmakelijke geluiden te vermijden.” Dergelijke tafelregels gaan nog steeds op. „Thuis mag je op de bank gaan liggen smakken”, vindt Berman, „maar de buitenwereld stelt goede manieren echt op prijs.”

De aanwijzingen in het hoofdstuk over het zakelijke etentje zijn niet uitputtend. Zo staat er niet in het boek vermeld hoe je bepaalde gerechten moet eten. „Dat is weer een boek op zich.” Maar het is wel reuze handig om te weten wie de rekening behoort te betalen en dat het servet niet in de halsopening van het overhemd dient te belanden maar op schoot. Berman pleit bij de vele regels -die er inderdaad zijn- vooral voor ontspanning. „Als u geen wijnkenner bent, doe dan ook niet alsof! Het is geen schande geen vinoloog te zijn.”

Etiquetteregels mogen een zekere duurzaamheid uitstralen, star zijn ze niet. „Er verandert best veel. Niet zo lang geleden wijdde ik nog een hele pagina aan het dragen van een hoed door de man. Dat is zo goed als voorbij.” Andere richtlijnen kwamen er, met het voortschrijden van de techniek, bij. Wie bijvoorbeeld op een belangrijk telefoontje zit te wachten, meldt tijdens een vergadering dat zijn gsm om die reden niet uitstaat. „Gaat uw mobiele telefoon inderdaad over, dan neemt u zo vlug mogelijk het gesprek aan en verlaat u de vergadering of bespreking. Dat is voor de anderen het minst storend.”

Nog zo’n nieuwigheidje: e-mailen. Magda stoort zich aan „berichten vol fouten.” „E-mails naar familie, vrienden of goede collega’s kunt u tikken zoals u wilt, maar e-mails naar uw leidinggevende, opdrachtgever of klant horen naar mijn gevoel wel correct en foutloos te zijn!”

Wie zijn manieren wil verbeteren, heeft met ”Zakelijke etiquette. De sleutel tot succes” een handig hulpmiddel in handen. Vooral ook de interviews met mensen uit het bedrijfsleven zijn het lezen waard. „Zonder goede manieren kun je in het zakenleven best succes hebben, maar naar mijn mening is dat dikwijls een strovuur: hoge vlammen die snel zijn uitgebrand”, vindt ex-PinkRoccade-directeur Henk Huisman. Inderdaad. En zo zal ook de praktijk de waarde van het leuke boekje van Berman moeten bewijzen. Aan haar ligt het in ieder geval niet.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer