Stop afbraak oudedagvoorziening, maak pensioen individueel
De laatste decennia zijn de oudedagvoorzieningen stap voor stap uitgehold, schrijft J. R. A. den Hertog. In plaats van collectief moet het pensioen individueel worden geregeld.
Begin jaren 80 zat Nederland in een diepe recessie. Toenmalig premier Lubbers verbond zelfs zijn politieke lot aan de stijging van de werkloosheid. Als die boven de 1 miljoen uit zou komen, zou hij aftreden. Ouderen dienden plaats te maken voor jongeren. In die tijd heeft men regelingen als VUT en prepensioen geïntroduceerd. Om deze regelingen te bekostigen werden enorme aanslagen gedaan op de vermogens van pensioenfondsen. De dertigers en veertigers van toen, die nu de zestigplussers zijn, hebben fors betaald voor de toenmalige ouderen. De eerste aanslag op de pensioenen.
Begin jaren 90 gaf minister van Financiën Kok (PvdA) richting de pensioenfondsen aan dat deze onder het regime van de vennootschapsbelasting zouden gaan vallen als men de pensioenpremie niet verlaagde. De fondsen kozen eieren voor hun geld en verlaagden de premies en verbeterden de lopende pensioenuitkeringen. Tweede aanslag op de vermogens.
Ook werden er onder politieke druk behoorlijke bedragen van de pensioenfondsen geretourneerd naar de werkgevers, terwijl pensioen niets anders is dan uitgesteld inkomen van werknemers. Derde aanslag op het opgebouwde pensioenrecht.
Begin deze eeuw vond er een zeer belangrijke wijziging plaats in de pensioenopbouw. Eindloonregelingen werden te duur voor de werkgevers en moesten worden omgezet naar middelloonregelingen. Vierde aanslag op de pensioenen.
In 2001 werd de succesvolle premiespaarregeling afgeschaft om iedereen individueel de mogelijkheid te geven bij te sparen voor vervroegd pensioen en/of zijn ouderdomspensioen te verbeteren. Hiervoor in de plaats kwam de levensloopregeling, die nauwelijks succesvol is gebleken. Vijfde aanslag op de pensioenen.
Bosbelasting
In 2006 zijn alle vroegpensioenregelingen afgeschaft en nieuwe premiestortingen in bestaande vroegpensioenregelingen fiscaal onaantrekkelijk gemaakt. De mogelijkheid om vervroegd met pensioen te gaan verslechterde zo of werd geheel onmogelijk. De bedoeling was dat iedereen tot z’n 65e door moest werken. Vanaf 2020 wordt dit 66 jaar. In vijf jaar tijd is het arbeidzame leven voor velen met jaren opgerekt. Een zesde aanslag op ons ooit zo degelijk pensioensysteem!
Per 1 januari 2011 heeft de politiek een eerste stap gezet om de AOW te fiscaliseren door de invoering van de zogenoemde ”Bosbelasting” voor hogere inkomens. Deze extra heffing (het mag geen belasting heten) valt nu nog wel mee (0,6 procent) maar loopt jaarlijks met dit percentage op tot een maximum van 17,9 procent in 2040. Dank u wel, mijnheer Bos (PvdA). Een zevende aanslag op het inkomen van ouderen die jarenlang hard gezwoegd en gespaard hebben.
De hogere premies en latere pensioenleeftijd zouden nodig zijn vanwege de vergrijzing en stijgende levensverwachting. Dat is waar, maar men doet dat voorkomen alsof dat nu opeens uit de lucht komt vallen. Dat we met z’n allen gelukkig gemiddeld steeds ouder worden, is al jarenlang een bekend gegeven.
Ik heb ook nog niemand gehoord hoe de pensioenpremies aangepast c.q. verlaagd worden, nu mensen langer gaan doorwerken. De premie gelijkhouden zou betekenen dat je betaalt voor iets wat je al hebt. Wat gaan de pensioenfondsen doen met betalende deelnemers die straks één of twee jaar extra pensioenpremie betalen?
Samengevat: dezelfde discussie wordt steeds anders gevoerd. Het resultaat is echter altijd dat de actieven van nu bij leven en welzijn een nog slechtere oudedagsvoorziening hebben.
Pensioenbreuk
Is er dan geen oplossing? Jawel, in plaats van de collectieve regelingen moet er een individueel opgebouwd pensioen komen, al zullen daarvoor nog de nodig hobbels genomen moeten worden. Wat de werkgever al dan niet samen met de werknemer aan pensioenpremies afdraagt, wordt individueel bij een bank, verzekeraar of pensioenfonds op een geblokkeerde rekening ondergebracht. De rekeninghouder kan dan zelf kiezen voor een gegarandeerd (lager) pensioen, of voor meer risico’s met kans op een hoger rendement. Bij het bereiken van de AOW-leeftijd komt dit geld vrij of kan er een levenslang ouderdomspensioen mee aangekocht worden.
Dit heeft nog een voordeel. Steeds minder werknemers blijven 35 tot 40 jaar bij dezelfde werkgever in dienst, met pensioenbreuk op pensioenbreuk als gevolg. Het pensioenfonds vindt dat overigens niet erg, want aan tussentijdse afkoop wordt meestal goed verdiend. Bij een individueel opgebouwd pensioen behoudt men zijn rechten, ongeacht of men wisselt van werkgever of als zelfstandige een beroep gaat uitoefenen.
Er ligt hier dan een schone taak voor bank, verzekeraar, pensioenfonds en pensioenadviseur.
De auteur was jarenlang pensioenspecialist bij een verzekeringsmaatschappij.